Achtergrond

Alle achtergrond-
informatie

Hoe hebben we de Omgevingsvisie gemaakt?

Start: interne sessies

  • Dag van de Omgevingswet: Om het vertrekpunt te kunnen bepalen zijn we gestart met twee interne sessies. Ambtelijk hebben we een inventarisatie van het bestaande beleid gemaakt en hebben we verkend welke ontwikkelingen de komende jaren op de gemeente af komen. Daarnaast hebben we geoefend met het werken onder de Omgevingswet. Vanuit de houding “ja mits” hebben we fictieve aanvragen behandeld en verkend wat dat betekent voor de organisatie en de individuele ambtenaar (houding, cultuur).
  • Startsessie met de raad: Met de raad hebben we eerst gekeken naar de algemene principes en verbeterdoelen die de Omgevingswet stelt en wat daarvan de gevolgen zijn voor de rol en bevoegdheden van de raad. Daarna is gekeken welke ontwikkelingen en opgaven de raadsleden zien voor de komende jaren, waar liggen koppelkansen en wie hebben we nodig voor de opgaven? De raadsleden hebben daarbij veel input gegeven waar zij denken dat de samenleving staat en welke behoeften en wensen daar leven Ook heeft de raad bij bespreking van de Kadernota belangrijke informatie meegegeven voor de Omgevingsvisie en het proces om te komen tot deze visie

Participatie

  • Kennislab 1: Vanaf de start is een groot aantal organisaties en (semi)overheden betrokken voor het leveren van input en het meedenken met de gemeente hoe opgaven in goede samenwerking kunnen worden uitgewerkt. Dit is vooral op het schaalniveau van de hele gemeente. In het eerste Kennislab zijn de organisaties eerst uitgevraagd over ontwikkelingen die zij zien en welke visie/beleid zij hebben voor de komende jaren. Daarbij stonden de integrale thema’s Leefbaarheid, Toekomstbestendig landelijk gebied en Energieneutraal centraal. Daarna is gekeken waar raakvlakken en koppelkansen liggen en samenwerking (verder) kan worden opgetuigd.
  • Thema-avonden: Een aantal thema’s spelen gemeente-breed: Economie, Eigentijds Platteland en Samen Wonen en Leven. Met belangstellende(n) organisaties, ondernemers binnen en buiten de gemeente en inwoners is verkend welke ontwikkelingen en opgaven een gezamenlijke agenda en aanpak vragen.
  • Gebiedsavonden: Met de bewoners van de vier deelgebieden is een waardenkaart voor het deelgebied gemaakt en is per ambities een aantal opgaven geformuleerd. Op de avonden waren zowel bewoners en andere belangstellenden uit de kernen en het omliggende buitengebied betrokken, net als een aantal organisaties
  • De enquête: gedurende het participatietraject konden inwoners en ondernemers een enquête ingevuld over de toekomst van Dalfsen. Bekijk hier de resultaten.
  • Vlogs: Bij het Agnietencollege in Nieuwleusen is van 9 tot en met 13 november een zogenaamde vlogzuil geplaatst. Scholieren werden via de school geïnformeerd hoe zij hun waardevolle en creatieve input kunnen leveren aan de opstellers van de Omgevingsvisie. Dit is integraal verwerkt in de Omgevingsvisie.
  • Informatie uit de toekomstvisie: voor de allerjongsten van de gemeente is niet specifiek informatie opgehaald. Uit de toekomstvisie is al veel informatie beschikbaar gekomen, onder andere informatie met basisschoolleerlingen. Deze is input is betrokken bij de totstandkoming van de Omgevingsvisie.

Ook hebben we informatie gebruikt die inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners hebben gedeeld bij het opstellen van de Toekomstvisie.

Verificatie

  • De participatie heeft een grote hoeveelheid informatie, wensen en ideeën opgeleverd. In een aantal sessies is vervolgens de hoofdlijn eruit gehaald:
  • Kennislab 2: Ten opzichte van de vorige sessie, zijn de Omgevingswet en de Omgevingsvisie voor alle partijen meer gaan leven. Kenmerkte zich de eerste bijeenkomst vaak door het benadrukken van de “eigen” belangen, nu kon op tal van onderwerpen samenhang en samenwerking scherper geduid worden. Met name het onderwerp gezondheid en de relatie daarmee met de fysieke leefomgeving, kon een slag verder worden gemaakt.
  • Ambtelijke sessie 1: Alle resultaten van de participatie zijn verzameld in overzichtelijke tabellen naar onderwerp en plek. De grondige gebiedskennis van de ambtelijke organisatie is gebruikt om ambities, prioritaire opgaven en wensen te selecteren en de hoofdlijnen voor de visie scherp te maken.
  • Omgevingsfestival: De resultaten van deze stap zijn voorgelegd aan de bewoners. Per deelgebied is getoetst of de ambities juist zijn geconcretiseerd, wat de belangrijkste opgaven zijn en hoe de opgaven in praktijk worden gebracht. Vervolgens zijn de ambities en opgaven aangescherpt en aangevuld. Bekijk hier een impressie.
  • Ambtelijke sessie 2: In een vervolgstap zijn met de ambtenaren die grootste veranderopgaven (check op juistheid en volledigheid), de te nemen strategische keuzes (scherp en juist verwoord) en een concept van de visiekaart (hoofdlijnen gecheckt en aanvullingen) doorgenomen.

Gespreksverslagen bijeenkomsten per thema

Gespreksverslagen bijeenkomsten per gebied

Achtergrond

Alle achtergrond-
informatie

Algemene trends en ontwikkelingen

Algemeen

We leven in een dynamische tijd. Er verandert veel en ontwikkelingen gaan steeds sneller. Deze trends en ontwikkelingen hebben hun weerslag op het ruimtegebruik en de druk op de ruimte. Belangrijk is dat we kennis hebben van en rekening houden met deze trends en ontwikkelingen, zodat we met niet alleen beleid tijdig kunnen bijsturen maar de ontwikkelingen ook benutten voor de veranderingen die we voor Dalfsen willen. De belangrijkste trends en ontwikkelingen voor deze Omgevingsvisie zijn hier beschreven.

In paragraaf 1.3.1. hebben we een selectie gemaakt van die trends en ontwikkelingen die dominant spelen in Dalfsen. Navolgende zijn deze en de overige trends en ontwikkelingen verwoord.

Technologische ontwikkelingen

De invloed van internet en nieuwe technologieën is groot. Zorg zal steeds meer op afstand kunnen door toepassing van domotica (elektronische hulpmiddelen die tal van taken automatiseert). De mogelijkheid om producten en diensten via internet te kopen maakt dat de detailhandel op andere manieren klanten aan zich moet binden. Pakjes worden in de toekomst misschien wel door drones bezorgd.  Mogelijk zijn er meer bezorg- en afhaalpunten voor pakketjes, ook op wijkniveau, nodig.

In de coronacrisis is thuiswerken de standaard geworden. De verwachting is dat na deze crisis thuiswerken en thuis studeren een belangrijke rol blijft spelen. Dit zal gevolgen hebben. Dit betekent dat voor werk en studie minder wordt gereisd. En het kan betekenen dat zomerhuizen die nu slechts een deel van het jaar worden gebruikt, intensiever worden benut, als alternatieve werkplek.

Druk op de ruimte boven en ondergronds

De druk op de ruimte in Nederland is groot. Zo ook in de gemeente Dalfsen. De regionaal doorgaande wegen raken vol, er is een stevige vraag naar woningen, duurzame opwek van energie vraagt ruimte, en er is ruimte nodig om voorbereid te zijn op perioden van droogte, hitte en wateroverlast. Een goede afweging van het ruimtegebruik is van essentieel belang.

Ook onder de grond is de druk groot. Steeds meer kabels en leidingen worden in de bermen geplaatst, waardoor de ruimte voor bomen steeds beperkter wordt. Mede door het toenemende gebruik van elektriciteit zullen systemen verzwaard moeten worden. Ook de verbeteringen in onze digitale ontsluiting en de noodzaak om neerslag vast te houden waar het valt, vragen om extra ruimte onder de grond. Tot slot zal het gebruik van omgevingswarmte nodig kunnen zijn om al onze woningen van het gas af te krijgen. Ook warmtekoude opslag in de bodem of in water heeft invloed op het gebruik van de ondergrond.

Duurzaamheid

Klimaatverandering en noodzaak klimaatadaptatie

De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt. Er ontstaan extremere weertypen, zoals hete zomers, lange perioden van droogte en heftige neerslag. Deze weersextremen kunnen bijvoorbeeld leiden tot schade aan woningen door wateroverlast, schade aan de natuur door droogte of gezondheidsproblemen bij ouderen door hitte. Het is duidelijk dat klimaatadaptatie vraagt om een nieuwe manier van boven- en ondergrondse ruimteverdeling. Een klimaatbestendige omgeving is slim ingericht voor het vasthouden, infiltreren en de afvoer van water. Er is een beperkte hoeveelheid verharding en meer groen, en/of er wordt gebruik gemaakt van waterdoorlatende verharding. Bomen zijn waardevol omdat ze ervoor zorgen dat water kan infiltreren en verdampen. Verdamping en schaduw helpen ook om hittestress tegen te gaan in hete zomers.

Klimaatverandering heeft ook gevolgen voor de natuurgebieden, als het warmer en droger wordt heeft dat effect op de veiligheid (brand). Dan is het noodzakelijk dat voldoende bluswater aanwezig is.

Door klimaatverandering zijn er vaker clusterbuien. Blijft de bereikbaarheid gegarandeerd? En zijn gebouwen veilig tegen kortstondige wateroverlast? Zitten de vitale functies boven waterniveau? Er wordt volop onderzoek gedaan naar deze vragen. De eerste resultaten hieruit laten zien dat er redelijk grote gebieden zijn met overstromingsgevaar en lokale problemen met grondwater- of hemelwateroverlast. In de gemeente Dalfsen zijn geen gebieden die zeer versteend zijn en extra risico’s opleveren voor hittestress.

Energietransitie, ruimtevraag zonnevelden, windturbines, laadpalen, ondergronds leidingennet

Het energieverbruik zal in de toekomst gaan dalen door energie-efficiëntere apparatuur en bedrijfsvoering. En door isolatie van woningen en bedrijfsgebouwen. Door het inzetten van alternatieve warmteopties (warmtenetten, elektrisch verwarmen of andere innovaties) zal het elektriciteitsverbruik in totaliteit stijgen. Het elektriciteitsnet zal daarop moeten worden aangepast. Gezien de aandacht voor de energietransitie, worden veel technologische ontwikkelingen verwacht, zoals ontwikkelingen op het gebied van energieopslag, energie-uitwisseling, alternatieve warmtebronnen en duurzame opwekking. Het is moeilijk in te schatten op welke termijn deze technieken beschikbaar komen.

Er moet ook rekening worden gehouden met veranderende wet- en regelgeving en financieringsmogelijkheden die de energietransitie moeten versnellen. De verwachting is dat gemeenten meer formele bevoegdheden krijgen in de energietransitie, zoals het aanwijzen van bestaande wijken die van het aardgas losgekoppeld worden.

Veel openbare ruimte zal moeten worden opengebroken om aardgasleidingen te vervangen, het elektriciteitsnet te verzwaren of om een warmtenet aan te leggen. Dit geeft extra druk op de schaarse ruimte onder de grond. De groeiende vraag naar elektriciteit heeft ook bovengronds effect. Niet alleen door zonnepanelen en mogelijke windmolens, maar er zal ook meer bovengrondse infrastructuur nodig zijn, zoals bijvoorbeeld transformatorhuisjes.

In het kader van energieopwekking wordt gekeken hoe de landelijke opgave van de Regionale Energiestrategie (RES) in onze gemeente ruimtelijk in te passen is. De RES geeft voor ons gehele land aan dat er op het land voor 2030 zeker 35 TWh aan duurzame energie opgewekt moet worden, met bestaande bewezen technieken. Dit zijn met name zonnevelden en windmolens. Een deel van die opgave zal landen in West-Overijssel. De toepassing van deze technieken zal invloed hebben op het landelijke karakter van onze gemeente. We verwachten daarnaast dat het aantal zonnepanelen op daken in de komende decennia flink zal groeien. Afhankelijk van de snelheid van innovaties is het mogelijk dat ook gevels van gebouwen een rol gaan spelen bij de opwekking van elektriciteit.

Eindigheid grondstoffen, noodzaak circulariteit

Grondstoffen raken op, zoals fossiele brandstoffen of de edelmetalen die in onze telefoons, laptops, windmolens en zonnepanelen zitten. In een circulaire gemeente zorgen we ervoor dat grondstoffen en materialen (lokaal) worden gescheiden, hergebruikt en niet verloren gaan. Doordat we volop inzetten op hergebruik van grondstoffen zorgen we dat onze economie kan blijven draaien. Dit ondanks het feit dat primaire grondstoffen steeds schaarser worden. In een circulaire gemeente ontstaat meer lokale werkgelegenheid in de reparatie en verwerkingssector en ontstaan nieuwe businessmodellen voor lenen en delen.

De komende jaren kunnen we verwachten dat de Rijksoverheid steeds meer inzet op de Circulaire Economie. Dit in samenhang met de Energietransitie gaat oppakken. Er zullen nieuwe programma’s, verplichtingen en doelstellingen komen. Dat is erop gericht om naar 50 % minder gebruik van primaire grondstoffen in 2050. Naast het terugdringen van het eigen afval in de gemeente kan daarbij ook gedacht worden aan het circulair inkopen van gemeenten.

Terugloop biodiversiteit, noodzaak meer en meer divers groen en passend beheer

Op wereldniveau en in ons land is de biodiversiteit zeer sterk afgenomen. Uit de monitoring blijkt dat kwetsbare biodiversiteit, soorten van bijzondere leefmilieus, zeldzame soorten en soorten van landbouwgebieden nog steeds afnemen. De sterke achteruitgang van biodiversiteit in natuurgebieden lijkt door alle gerichte maatregelen die daarvoor zijn uitgezet af te vlakken.

Het draagvlak voor natuurvriendelijk beheer van stedelijk groen onder bewoners is sterk toegenomen. Binnenstedelijk groen kan bij de juiste inrichting, gebruik en beheer een toevluchtsoord voor flora en fauna bieden. Natuur wordt hiermee de kernen ingehaald.

Demografie en voorzieningen

Vergrijzing en ontgroening met effect op voorzieningen en aantrekkelijkheid voor jongeren

Vergrijzing en ontgroening zijn trends waarmee we in de gemeente nu al volop te maken hebben. Deze ontwikkeling in onze dorpen is niet uniek voor Nederland, maar de prognoses laten een beeld zien dat pas over 20 jaar voor heel Nederland zal gaan gelden. Zo zal, bij ongewijzigd beleid, in 2040 circa 30% van onze bevolking bestaan uit mensen van 65 jaar en ouder. Op diverse gemeentelijke beleidsterreinen zullen we meer rekening moeten gaan houden met een veranderde toekomstige bevolking. Dat geldt zeker ook voor het beleid ten aanzien van wonen en volkshuisvesting.

Door de vergrijzing is er behoefte aan andere woningtypes. De vraag verandert naar kleine grondgebonden woningen en/of levensloopgeschikte woningen/appartementen.

Verdringing op de woningmarkt, gebrek aan doorstroming, steeds grotere huizen, te weinig goedkope en middeldure huizen en huizen voor een of tweepersoonshuishoudens

Een andere trend is de sterke huishoudensverdunning. Er is gemiddeld sprake van een kleiner aantal personen per huishouden (bijvoorbeeld eenoudergezinnen of alleenstaanden). Niet alleen de samenstelling van huishoudens verandert, ook is de verwachting dat de bevolking en het aantal huishoudens nog zal blijven groeien.

Doordat er onvoldoende aanbod van kleinere woningen en/of appartementen is, blijven ouderen in grotere (eengezins-)woningen wonen. Hierdoor is er onvoldoende doorstroming. Voor jongeren is het lastig een goedkope woning te vinden, waardoor jongeren langer thuis blijven wonen of wegtrekken uit de gemeente.

Huishoudens die zijn aangewezen op sociale huurwoningen kunnen niet uitwijken naar andere segmenten. Maar ook middeninkomens merken dat er steeds minder geschikte woningen beschikbaar zijn.

Eenzaamheid maar ook bewoners met meer vrije tijd voor recreatie en vrijwilligerswerk

Doordat de overheid langer zelfstandig thuis wonen stimuleert, wonen steeds meer kwetsbare groepen in een eigen woning en niet in een verzorgingshuis, instelling of op een instellingsterrein. Dit kan eenzaamheid veroorzaken. Ook onder jongeren is eenzaamheid een steeds groter wordend probleem. Om een maatschappij te behouden/stimuleren waarin inwoners, vrijwilligers en professionals naar elkaar omkijken is een leefomgeving nodig die aanleiding geeft tot ontmoeting en verbinding. Dit vraagt bijvoorbeeld ontmoetingsplekken, dagbestedingsvoorzieningen en verschillende activiteiten en zorg dichtbij en toegankelijk voor iedereen.

Detailhandel, horeca en voorzieningen onder druk

Door toegenomen mobiliteit, de wens voor grotere en makkelijk bereikbare voorzieningen buiten de centra en de webwinkels staat de kleinere detailhandel in de dorpscentra onder druk. Gezien de veranderende samenstelling van de bevolking met veel ouderen is het van belang om voorzieningen zo veel mogelijk te behouden.

Individualisering en achteruitgang verenigingsleven met effect op exploitatie maatschappelijk vastgoed

Vanwege de vergrijzing zijn er steeds minder jongeren die zich aansluiten bij (sport)verenigingen. Daarbij speelt dat landelijk de deelname aan groepsporten afneemt en individuele sporten zoals hardlopen aan betekenis winnen. Het aantal vrijwilligers neemt af. De exploitatie van sportkantines en dorpshuizen wordt daarmee moeilijker. Ook zijn voorzieningen soms niet meer afgestemd op het soort activiteiten waar vraag naar is.

Langer thuis wonen, noodzaak levensloopbestendige woningen, zorg aan huis en behoefte aan mantelzorg

De overheid stimuleert langer zelfstandig thuis wonen. Ook ouderen zelf kiezen daar vaker voor. Hierdoor verandert niet alleen de woonbehoefte van onze inwoners, maar ook de behoefte aan (het niveau van) lokale voorzieningen.

Er is meer behoefte aan levensloopbestendige woningen of appartementen met op korte afstand welzijns- en medische instellingen waarop een beroep kan worden gedaan als dat nodig is. Ook is er behoefte aan dichtbij gelegen, goed toegankelijke voorzieningen en aan woonvormen waarbij mensen voor elkaar zorgen zoals mantelzorgwoningen, kangoeroewoningen of een knarrenhof.

Decentralisatie begeleid wonen, noodzaak huisvesting hiervoor

Het is de wens van de gemeente en woningbouwcorporaties dat mensen die uitstromen uit instellingen verspreid gaan wonen in de gemeente. Het is moeilijk deze doelgroep te huisvesten omdat er beperkt woningen vrijkomen en er al veel druk op de woningmarkt is.

Identiteit

Grotere behoefte aan diversiteit en lokale identiteit, de identiteit van de omgeving bepaalt waar mensen het liefste willen wonen en werken

De identiteit is in de regel zichtbaar in het afwisselende landschap en het gebouwde erfgoed. Het vertelt het verhaal van Dalfsen, gemaakt door een wisselwerking van natuurlijke processen en menselijke inspanningen. Dat is ook de basis waarop cultuur, natuur, economie en toerisme floreren. Hier heeft de gemeente ook de goede voorzieningen aan te danken op het gebied van horeca, musea, sport en winkelen. Onderscheidend is ook de positie van Dalfsen binnen de regio Zwolle; de stad is nooit ver weg, maar hier is ook nog volop rust en ruimte te vinden.

De samenleving globaliseert, maar de behoefte aan een plek waar je je goed voelt en die uniek is neemt toe. Naast de architectuur van de woning, is de identiteit (hoe ziet het eruit) van de directe leefomgeving en de openbare ruimte van invloed op het woongenot.

Druk op landschap (groene karakter en openheid) vanwege alle ruimte vragende opgaven

De gemeente Dalfsen is een overwegend groene gemeente, niet alleen buiten maar over het algemeen ook binnen de kernen. Veel en gevarieerd groen draagt bij aan een aantrekkelijke, gezonde en klimaatbestendige leefomgeving en biedt ruimte voor flora en fauna/biodiversiteit.

Echter, steeds meer functies vragen om ruimte, zoals de duurzame opwek van energie, woningbouw, landbouw, natuur, recreatie en toerisme, waterberging en infrastructuur. Belangrijke doorzichten, contrast tussen de verschillende landschapstypen en de openheid zijn waarden die moeilijk met al deze trends zijn te verenigen. Dit dwingt tot slimme en pragmatisch meervoudig ruimtegebruik en ook tot het maken van keuzes.

Dreigende leegstand en onderhoudslast karakteristieke (kerk)gebouwen, mede in relatie tot verduurzaming

De gemeente Dalfsen is rijk aan erfgoed en mede hierom een gewilde gemeente om te wonen, te werken en te recreëren. Het behoud van karakteristieke gebouwen is geen vanzelfsprekend. Het zijn meestal oude gebouwen met hoge onderhoudskosten en energielasten. Sommige eigenaren kiezen voor vervanging van de karakteristieke gebouwen door nieuwbouw. Doordat kerkgebouwen leeg komen te staan worden ze onvoldoende onderhouden. Belangrijk is dat voldoende mogelijkheden worden geboden voor alternatieve functies die nieuwe draagkracht geven voor het behouden van dat wat karakteristiek is.

Toerisme/recreatie

Algemene trends

De toerist, maar ook de recreant uit de wijdere omgeving en de eigen inwoners, is op zoek naar een andere beleving. Het vroegere ‘standaard vakantieaanbod’ voldoet niet meer. De toerist is mondiger. Daarbij wil de nieuwe consument graag kunnen kiezen.  Een aantal algemene trends zijn:

  • meer willen genieten van een aantrekkelijke omgeving: zowel natuur, water, stad als platteland;
  • toenemende bewustheid van gezondheid en levensstijl;
  • toenemende (auto)mobiliteit van huishoudens;
  • toenemende vraag naar kwaliteitsproducten en goede dienstverlening;
  • bereidheid om te betalen voor kwaliteitsvoorzieningen;
  • ‘gezellige’ vormen van recreatie: samen met anderen activiteiten ondernemen is wellicht belangrijker dan de activiteiten op zich;
  • toename aantal caravans en campers
  • groeiende vraag naar recreatievormen afgestemd op (actieve) senioren;
  • toenemende belangstelling voor routegebonden recreatie (fietsen, wandelen, skeeleren, nordic walking, varen etc.);
  • ‘sensationalisering’: toeristen zoeken steeds vaker naar nieuwe uitdagingen en extremen. Het gaat hierbij steeds meer om beleving, emotie en fascinatie.

Minder gewone campings meer luxe grote (recreatie)woningen

Een belangrijke ontwikkeling in de kampeersector is de tendens tot ‘verstening’ van kampeerterreinen. Veel ondernemers kunnen de dure grond en de hoge natuurlijke en recreatieve waarden van hun omgeving te gelde maken door de standplaatsen voor mobiele kampeermiddelen om te vormen tot huisjes. Vervolgens worden deze huisjes verkocht aan individuele eigenaren. Als daarmee de bedrijfsmatige exploitatie verdwijnt is dat vaak negatief voor het gebruik en aanzien van een dergelijk terrein. Daarnaast is het belangrijk om ervoor te waken dat deze verstening niet zodanige explosieve vormen aanneemt dat daardoor de diversiteit van het aanbod onder druk komt te staan.

Toename aantal campers en behoefte aan camperplaatsen

Er is in de gemeente en in de regio een toenemende vraag naar camperplaatsen. Deze trend is door de coronacrisis versterkt. Vooral jonge mensen hebben sinds de uitbraak van het coronavirus een caravan of camper aangeschaft. Het totale aantal kampeerauto’s in Nederland steeg in het begin van de corona-tijd met 3,2 procent tot een recordaantal van ruim 135.000, waar er vijf jaar geleden nog geen 100.000 werden geteld.

Mobiliteit

Mobiliteit blijft groeien, en veroorzaakt steeds grotere druk op leefbaarheid van de kernen en op de ruimte

De behoefte aan mobiliteit neemt al decennialang toe en de verwachting is dat deze groei ook in de regio Zwolle doorzet. Dat komt onder meer door economische groei, toenemende woon-werk-afstanden, groei van het aantal inwoners in de gemeente, groei in de regio Zwolle. Ook woningbouw in de regio, meer evenementen, een toenemende recreatiedruk en een vergrijzende bevolking met ouderen die langer mobiel blijven, zorgen voor meer groei. Daartegenover staat dat thuiswerken en thuis-studeren mogelijk voor een afname van de mobiliteit zorgt.

Populariteit deelmobiliteit groeit

Ook kan de toenemende populariteit van “delen” zorgen dat er minder ruimte nodig is voor het parkeren van auto’s. Deelmobiliteit en MaaS (mobility as a service)kan ertoe leiden dat reizigers bewust andere manieren kiezen voor hun reis dan alleen de auto.

Technologische ontwikkelingen

Technologische ontwikkelingen kunnen bijdragen aan betere benutting van bestaande infrastructuur (Mobility as a Service, MaaS). Deze ontwikkelingen kunnen een impuls geven aan het behalen van doelstellingen op het gebied van de energietransitie en aan het opvangen en faciliteren van de groeiende mobiliteit. Denk aan openbaar vervoer dat zich aanpast aan de vervoersvraag en aan elektrische en autonoom rijdende voertuigen.

Dergelijke ontwikkelingen brengen echter ook tal van onzekerheden met zich mee, zoals het effect van zelfrijdende voertuigen, de laadstructuur voor elektrische auto’s en de gevolgen voor het particuliere autobezit. Meer elektrisch rijden leidt tot minder geluidhinder (dit is niet altijd veiliger) en minder emissies. Dat kan ertoe leiden dat de (milieu-)belemmeringen van het verkeer minder zwaar gaan wegen in plannen voor bijvoorbeeld woningbouw of natuurontwikkeling, maar biedt geen vermindering van het ruimtegebruik. Door de uitbreiding van het aantal elektrische auto’s, met name in parkeergarages, kunnen problemen ontstaan, omdat deze auto’s alleen in een waterbak te blussen zijn.

Mensen ervaren de effecten van meer verkeer als negatief, door geluidsoverlast, de aantasting van de leefbaarheid, verkeersveiligheid en luchtkwaliteit en door de beperkte doorstroming van autoverkeer. Meer verkeer legt een claim op de beperkte ruimte. Dat geldt vooral voor het rijdende verkeer en nog sterker voor parkerende auto’s in woonwijken en bij voorzieningen. Terwijl veel ondernemers in de kernen afhankelijk zijn van bezoekers, wordt het toenemend autoverkeer van die bezoekers steeds meer een probleem.

“Op fietsafstand” door elektrische fiets ruimer geworden

Mede dankzij de e-bike is “op fietsafstand” een groter gebied geworden. Forenzen voor werk en studie kunnen door de e-bike worden verleid om niet meer met de auto naar hun werk te rijden.

Ook ouderen kunnen met de e-bike langer blijven fietsen of grotere afstanden afleggen. Schaduwkant hiervan is een toename van ongevallen, waarbij ouderen betrokken zijn. Uitdaging is om de omgeving seniorproof te ontwerpen en ouderen veiliger in het verkeer te laten bewegen en de verschillen in snelheid op het fietspad veilig te laten verlopen. Dat kan o.a. door fietspaden breder te maken.

Gezondheid en veiligheid

Toenemend belang van preventieve gezondheidszorg 

Er is een toenemende behoefte aan een gezonde leefstijl. Een ongezonde leefstijl is een belangrijke risicofactor voor chronische ziekten. De leefstijl van veel mensen kan gezonder. Dit blijkt als we de vier belangrijkste leefstijlfactoren (roken, alcohol, beweging en voeding) op een rij zetten; 10% drinkt te veel, een kwart rookt, een derde beweegt te weinig en zowat iedereen eet te weinig groente en fruit.

De omgeving kan zorgen voor een positieve invloed op een gezonde leefstijl. De omgeving moet zo ingericht worden dat deze uitnodigend is om te verblijven, recreëren en te bewegen.

Noodzaak om te bewegen/sporten

De behoefte van inwoners om te bewegen blijft groot. Daarnaast is er steeds meer aandacht voor gezondheid. De wijze en de tijdstippen waarop inwoners sporten en bewegen verandert, ook binden inwoners zich minder makkelijk, langdurig aan sportverenigingen. Deze ontwikkelingen zorgen er ook voor dat het aantal leden van sportverenigingen over het algemeen stagneert of afneemt. Sportverenigingen spelen daarop in door het aanbod te verbreden. Mede door de vergrijzing is inclusief sporten en bewegen steeds belangrijker. Op late leeftijd zijn mensen nog steeds vitaal en voor hen is bewegen belangrijk om gezond te blijven. Verder is er meer behoefte aan beweegtuinen en beweegroutes waar jong en oud (samen) kunnen sporten en bewegen.

Toenemend besef van belang kwaliteit bodem, water, lucht

Er is in toenemende mate aandacht voor het klimaat en een gezonde leefomgeving. Een schone bodem, schoon water en goede luchtkwaliteit is hiervoor uitgangspunt.

De luchtkwaliteit kan de komende jaren meer onder druk komen te staan. Dit komt deels door de toename van mobiliteit, maar bijvoorbeeld ook door toename van open haarden.

Dit betekent meer emissies van fijnstof en stikstofdioxide die afkomstig zijn van wegverkeer en industrie. Fijnstof heeft echter ook onder de grenswaarde schadelijke gevolgen voor de gezondheid. Blootstelling aan luchtverontreiniging is nog steeds een substantiële oorzaak van ziekte en sterfte.

Landbouw

Verdwijnen traditionele boerenbedrijven, opvolgingsproblemen, noodzaak ontwikkeling toekomst-bestendige landbouw en nieuwe verdienmodellen

De landbouw is de grootste grondgebruiker en beheerder in het landelijk gebied voor zover dit geen bebouwde kom is. De agrarische sector staat voor een grote transformatieopgave. Zeker als agrarische bedrijven groter willen worden krijgen ze te maken met de stikstofproblematiek. Voor een schoon milieu is het gewenst dat minder gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. Voorts is het wenselijk dat een omslag wordt gemaakt naar kringlooplandbouw, meer duurzaam en meer gericht op biodiversiteit.

Agrarische ondernemers zullen hierdoor ruimte nodig hebben om te schakelen en eventueel om nevenactiviteiten te ontplooien. Activiteiten die helpen om de bedrijfsvoering rendabel te krijgen en tegelijkertijd te voldoen aan maatschappelijke ontwikkelingen. 

Daarnaast zal er ook sprake zijn van bedrijfsbeëindiging, onder meer door opvolgingsproblemen. Waar agrarische bedrijven stoppen vindt een functieverandering plaats. Door ontwikkelingen op en rond erven of hobbymatige activiteiten vindt een afname plaats van de agrarische identiteit. Om verpaupering van vrijkomende agrarische bebouwing te voorkomen zijn ook in de toekomst goede hergebruikmogelijkheden nodig.

Achtergrond

Alle achtergrond-
informatie

De Omgevingsvisie is een product van onze samenleving. We hebben samen met onze inwoners, ondernemers, betrokkenen en experts gebouwd aan deze Omgevingsvisie. Dit hebben we gedaan in een aantal stappen.


Hoe hebben we de Omgevingsvisie gemaakt?

Start: interne sessies

  • Dag van de Omgevingswet: Om het vertrekpunt te kunnen bepalen zijn we gestart met twee interne sessies. Ambtelijk hebben we een inventarisatie van het bestaande beleid gemaakt en hebben we verkend welke ontwikkelingen de komende jaren op de gemeente af komen. Daarnaast hebben we geoefend met het werken onder de Omgevingswet. Vanuit de houding “ja mits” hebben we fictieve aanvragen behandeld en verkend wat dat betekent voor de organisatie en de individuele ambtenaar (houding, cultuur).
  • Startsessie met de raad: Met de raad hebben we eerst gekeken naar de algemene principes en verbeterdoelen die de Omgevingswet stelt en wat daarvan de gevolgen zijn voor de rol en bevoegdheden van de raad. Daarna is gekeken welke ontwikkelingen en opgaven de raadsleden zien voor de komende jaren, waar liggen koppelkansen en wie hebben we nodig voor de opgaven? De raadsleden hebben daarbij veel input gegeven waar zij denken dat de samenleving staat en welke behoeften en wensen daar leven Ook heeft de raad bij bespreking van de Kadernota belangrijke informatie meegegeven voor de Omgevingsvisie en het proces om te komen tot deze visie

Participatie

  • Kennislab 1: Vanaf de start is een groot aantal organisaties en (semi)overheden betrokken voor het leveren van input en het meedenken met de gemeente hoe opgaven in goede samenwerking kunnen worden uitgewerkt. Dit is vooral op het schaalniveau van de hele gemeente. In het eerste Kennislab zijn de organisaties eerst uitgevraagd over ontwikkelingen die zij zien en welke visie/beleid zij hebben voor de komende jaren. Daarbij stonden de integrale thema’s Leefbaarheid, Toekomstbestendig landelijk gebied en Energieneutraal centraal. Daarna is gekeken waar raakvlakken en koppelkansen liggen en samenwerking (verder) kan worden opgetuigd.
  • Thema-avonden: Een aantal thema’s spelen gemeente-breed: Economie, Eigentijds Platteland en Samen Wonen en Leven. Met belangstellende(n) organisaties, ondernemers binnen en buiten de gemeente en inwoners is verkend welke ontwikkelingen en opgaven een gezamenlijke agenda en aanpak vragen.
  • Gebiedsavonden: Met de bewoners van de vier deelgebieden is een waardenkaart voor het deelgebied gemaakt en is per ambities een aantal opgaven geformuleerd. Op de avonden waren zowel bewoners en andere belangstellenden uit de kernen en het omliggende buitengebied betrokken, net als een aantal organisaties
  • De enquête: gedurende het participatietraject konden inwoners en ondernemers een enquête ingevuld over de toekomst van Dalfsen. Bekijk hier de resultaten.
  • Vlogs: Bij het Agnietencollege in Nieuwleusen is van 9 tot en met 13 november een zogenaamde vlogzuil geplaatst. Scholieren werden via de school geïnformeerd hoe zij hun waardevolle en creatieve input kunnen leveren aan de opstellers van de Omgevingsvisie. Dit is integraal verwerkt in de Omgevingsvisie.
  • Informatie uit de toekomstvisie: voor de allerjongsten van de gemeente is niet specifiek informatie opgehaald. Uit de toekomstvisie is al veel informatie beschikbaar gekomen, onder andere informatie met basisschoolleerlingen. Deze is input is betrokken bij de totstandkoming van de Omgevingsvisie.

Ook hebben we informatie gebruikt die inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners hebben gedeeld bij het opstellen van de Toekomstvisie.

Verificatie

  • De participatie heeft een grote hoeveelheid informatie, wensen en ideeën opgeleverd. In een aantal sessies is vervolgens de hoofdlijn eruit gehaald:
  • Kennislab 2: Ten opzichte van de vorige sessie, zijn de Omgevingswet en de Omgevingsvisie voor alle partijen meer gaan leven. Kenmerkte zich de eerste bijeenkomst vaak door het benadrukken van de “eigen” belangen, nu kon op tal van onderwerpen samenhang en samenwerking scherper geduid worden. Met name het onderwerp gezondheid en de relatie daarmee met de fysieke leefomgeving, kon een slag verder worden gemaakt.
  • Ambtelijke sessie 1: Alle resultaten van de participatie zijn verzameld in overzichtelijke tabellen naar onderwerp en plek. De grondige gebiedskennis van de ambtelijke organisatie is gebruikt om ambities, prioritaire opgaven en wensen te selecteren en de hoofdlijnen voor de visie scherp te maken.
  • Omgevingsfestival: De resultaten van deze stap zijn voorgelegd aan de bewoners. Per deelgebied is getoetst of de ambities juist zijn geconcretiseerd, wat de belangrijkste opgaven zijn en hoe de opgaven in praktijk worden gebracht. Vervolgens zijn de ambities en opgaven aangescherpt en aangevuld. Bekijk hier een impressie.
  • Ambtelijke sessie 2: In een vervolgstap zijn met de ambtenaren die grootste veranderopgaven (check op juistheid en volledigheid), de te nemen strategische keuzes (scherp en juist verwoord) en een concept van de visiekaart (hoofdlijnen gecheckt en aanvullingen) doorgenomen.

Gespreksverslagen bijeenkomsten per thema

Gespreksverslagen bijeenkomsten per gebied

Achtergrond

Alle achtergrond-
informatie

Algemene trends en ontwikkelingen

De Omgevingsvisie is een product van onze samenleving. We hebben samen met onze inwoners, ondernemers, betrokkenen en experts gebouwd aan deze Omgevingsvisie. Dit hebben we gedaan in een aantal stappen.


Algemeen

We leven in een dynamische tijd. Er verandert veel en ontwikkelingen gaan steeds sneller. Deze trends en ontwikkelingen hebben hun weerslag op het ruimtegebruik en de druk op de ruimte. Belangrijk is dat we kennis hebben van en rekening houden met deze trends en ontwikkelingen, zodat we met niet alleen beleid tijdig kunnen bijsturen maar de ontwikkelingen ook benutten voor de veranderingen die we voor Dalfsen willen. De belangrijkste trends en ontwikkelingen voor deze Omgevingsvisie zijn hier beschreven.

In paragraaf 1.3.1. hebben we een selectie gemaakt van die trends en ontwikkelingen die dominant spelen in Dalfsen. Navolgende zijn deze en de overige trends en ontwikkelingen verwoord.

Druk op de ruimte boven en ondergronds

De druk op de ruimte in Nederland is groot. Zo ook in de gemeente Dalfsen. De regionaal doorgaande wegen raken vol, er is een stevige vraag naar woningen, duurzame opwek van energie vraagt ruimte, en er is ruimte nodig om voorbereid te zijn op perioden van droogte, hitte en wateroverlast. Een goede afweging van het ruimtegebruik is van essentieel belang.

Ook onder de grond is de druk groot. Steeds meer kabels en leidingen worden in de bermen geplaatst, waardoor de ruimte voor bomen steeds beperkter wordt. Mede door het toenemende gebruik van elektriciteit zullen systemen verzwaard moeten worden. Ook de verbeteringen in onze digitale ontsluiting en de noodzaak om neerslag vast te houden waar het valt, vragen om extra ruimte onder de grond. Tot slot zal het gebruik van omgevingswarmte nodig kunnen zijn om al onze woningen van het gas af te krijgen. Ook warmtekoude opslag in de bodem of in water heeft invloed op het gebruik van de ondergrond.

Duurzaamheid

Klimaatverandering en noodzaak klimaatadaptatie

De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt. Er ontstaan extremere weertypen, zoals hete zomers, lange perioden van droogte en heftige neerslag. Deze weersextremen kunnen bijvoorbeeld leiden tot schade aan woningen door wateroverlast, schade aan de natuur door droogte of gezondheidsproblemen bij ouderen door hitte. Het is duidelijk dat klimaatadaptatie vraagt om een nieuwe manier van boven- en ondergrondse ruimteverdeling. Een klimaatbestendige omgeving is slim ingericht voor het vasthouden, infiltreren en de afvoer van water. Er is een beperkte hoeveelheid verharding en meer groen, en/of er wordt gebruik gemaakt van waterdoorlatende verharding. Bomen zijn waardevol omdat ze ervoor zorgen dat water kan infiltreren en verdampen. Verdamping en schaduw helpen ook om hittestress tegen te gaan in hete zomers.

Klimaatverandering heeft ook gevolgen voor de natuurgebieden, als het warmer en droger wordt heeft dat effect op de veiligheid (brand). Dan is het noodzakelijk dat voldoende bluswater aanwezig is.

Door klimaatverandering zijn er vaker clusterbuien. Blijft de bereikbaarheid gegarandeerd? En zijn gebouwen veilig tegen kortstondige wateroverlast? Zitten de vitale functies boven waterniveau? Er wordt volop onderzoek gedaan naar deze vragen. De eerste resultaten hieruit laten zien dat er redelijk grote gebieden zijn met overstromingsgevaar en lokale problemen met grondwater- of hemelwateroverlast. In de gemeente Dalfsen zijn geen gebieden die zeer versteend zijn en extra risico’s opleveren voor hittestress.

Energietransitie, ruimtevraag zonnevelden, windturbines, laadpalen, ondergronds leidingennet

Het energieverbruik zal in de toekomst gaan dalen door energie-efficiëntere apparatuur en bedrijfsvoering. En door isolatie van woningen en bedrijfsgebouwen. Door het inzetten van alternatieve warmteopties (warmtenetten, elektrisch verwarmen of andere innovaties) zal het elektriciteitsverbruik in totaliteit stijgen. Het elektriciteitsnet zal daarop moeten worden aangepast. Gezien de aandacht voor de energietransitie, worden veel technologische ontwikkelingen verwacht, zoals ontwikkelingen op het gebied van energieopslag, energie-uitwisseling, alternatieve warmtebronnen en duurzame opwekking. Het is moeilijk in te schatten op welke termijn deze technieken beschikbaar komen.

Er moet ook rekening worden gehouden met veranderende wet- en regelgeving en financieringsmogelijkheden die de energietransitie moeten versnellen. De verwachting is dat gemeenten meer formele bevoegdheden krijgen in de energietransitie, zoals het aanwijzen van bestaande wijken die van het aardgas losgekoppeld worden.

Veel openbare ruimte zal moeten worden opengebroken om aardgasleidingen te vervangen, het elektriciteitsnet te verzwaren of om een warmtenet aan te leggen. Dit geeft extra druk op de schaarse ruimte onder de grond. De groeiende vraag naar elektriciteit heeft ook bovengronds effect. Niet alleen door zonnepanelen en mogelijke windmolens, maar er zal ook meer bovengrondse infrastructuur nodig zijn, zoals bijvoorbeeld transformatorhuisjes.

In het kader van energieopwekking wordt gekeken hoe de landelijke opgave van de Regionale Energiestrategie (RES) in onze gemeente ruimtelijk in te passen is. De RES geeft voor ons gehele land aan dat er op het land voor 2030 zeker 35 TWh aan duurzame energie opgewekt moet worden, met bestaande bewezen technieken. Dit zijn met name zonnevelden en windmolens. Een deel van die opgave zal landen in West-Overijssel. De toepassing van deze technieken zal invloed hebben op het landelijke karakter van onze gemeente. We verwachten daarnaast dat het aantal zonnepanelen op daken in de komende decennia flink zal groeien. Afhankelijk van de snelheid van innovaties is het mogelijk dat ook gevels van gebouwen een rol gaan spelen bij de opwekking van elektriciteit.

Eindigheid grondstoffen, noodzaak circulariteit

Grondstoffen raken op, zoals fossiele brandstoffen of de edelmetalen die in onze telefoons, laptops, windmolens en zonnepanelen zitten. In een circulaire gemeente zorgen we ervoor dat grondstoffen en materialen (lokaal) worden gescheiden, hergebruikt en niet verloren gaan. Doordat we volop inzetten op hergebruik van grondstoffen zorgen we dat onze economie kan blijven draaien. Dit ondanks het feit dat primaire grondstoffen steeds schaarser worden. In een circulaire gemeente ontstaat meer lokale werkgelegenheid in de reparatie en verwerkingssector en ontstaan nieuwe businessmodellen voor lenen en delen.

De komende jaren kunnen we verwachten dat de Rijksoverheid steeds meer inzet op de Circulaire Economie. Dit in samenhang met de Energietransitie gaat oppakken. Er zullen nieuwe programma’s, verplichtingen en doelstellingen komen. Dat is erop gericht om naar 50 % minder gebruik van primaire grondstoffen in 2050. Naast het terugdringen van het eigen afval in de gemeente kan daarbij ook gedacht worden aan het circulair inkopen van gemeenten.

Terugloop biodiversiteit, noodzaak meer en meer divers groen en passend beheer

Op wereldniveau en in ons land is de biodiversiteit zeer sterk afgenomen. Uit de monitoring blijkt dat kwetsbare biodiversiteit, soorten van bijzondere leefmilieus, zeldzame soorten en soorten van landbouwgebieden nog steeds afnemen. De sterke achteruitgang van biodiversiteit in natuurgebieden lijkt door alle gerichte maatregelen die daarvoor zijn uitgezet af te vlakken.

Het draagvlak voor natuurvriendelijk beheer van stedelijk groen onder bewoners is sterk toegenomen. Binnenstedelijk groen kan bij de juiste inrichting, gebruik en beheer een toevluchtsoord voor flora en fauna bieden. Natuur wordt hiermee de kernen ingehaald.

Demografie en voorzieningen

Vergrijzing en ontgroening zijn trends waarmee we in de gemeente nu al volop te maken hebben. Deze ontwikkeling in onze dorpen is niet uniek voor Nederland, maar de prognoses laten een beeld zien dat pas over 20 jaar voor heel Nederland zal gaan gelden. Zo zal, bij ongewijzigd beleid, in 2040 circa 30% van onze bevolking bestaan uit mensen van 65 jaar en ouder. Op diverse gemeentelijke beleidsterreinen zullen we meer rekening moeten gaan houden met een veranderde toekomstige bevolking. Dat geldt zeker ook voor het beleid ten aanzien van wonen en volkshuisvesting.

Door de vergrijzing is er behoefte aan andere woningtypes. De vraag verandert naar kleine grondgebonden woningen en/of levensloopgeschikte woningen/appartementen.

Verdringing op de woningmarkt, gebrek aan doorstroming, steeds grotere huizen, te weinig goedkope en middeldure huizen en huizen voor een of tweepersoonshuishoudens

Een andere trend is de sterke huishoudensverdunning. Er is gemiddeld sprake van een kleiner aantal personen per huishouden (bijvoorbeeld eenoudergezinnen of alleenstaanden). Niet alleen de samenstelling van huishoudens verandert, ook is de verwachting dat de bevolking en het aantal huishoudens nog zal blijven groeien.

Doordat er onvoldoende aanbod van kleinere woningen en/of appartementen is, blijven ouderen in grotere (eengezins-)woningen wonen. Hierdoor is er onvoldoende doorstroming. Voor jongeren is het lastig een goedkope woning te vinden, waardoor jongeren langer thuis blijven wonen of wegtrekken uit de gemeente.

Huishoudens die zijn aangewezen op sociale huurwoningen kunnen niet uitwijken naar andere segmenten. Maar ook middeninkomens merken dat er steeds minder geschikte woningen beschikbaar zijn.

Eenzaamheid maar ook bewoners met meer vrije tijd voor recreatie en vrijwilligerswerk

Doordat de overheid langer zelfstandig thuis wonen stimuleert, wonen steeds meer kwetsbare groepen in een eigen woning en niet in een verzorgingshuis, instelling of op een instellingsterrein. Dit kan eenzaamheid veroorzaken. Ook onder jongeren is eenzaamheid een steeds groter wordend probleem. Om een maatschappij te behouden/stimuleren waarin inwoners, vrijwilligers en professionals naar elkaar omkijken is een leefomgeving nodig die aanleiding geeft tot ontmoeting en verbinding. Dit vraagt bijvoorbeeld ontmoetingsplekken, dagbestedingsvoorzieningen en verschillende activiteiten en zorg dichtbij en toegankelijk voor iedereen.

Detailhandel, horeca en voorzieningen onder druk

Door toegenomen mobiliteit, de wens voor grotere en makkelijk bereikbare voorzieningen buiten de centra en de webwinkels staat de kleinere detailhandel in de dorpscentra onder druk. Gezien de veranderende samenstelling van de bevolking met veel ouderen is het van belang om voorzieningen zo veel mogelijk te behouden.

Individualisering en achteruitgang verenigingsleven met effect op exploitatie maatschappelijk vastgoed

Vanwege de vergrijzing zijn er steeds minder jongeren die zich aansluiten bij (sport)verenigingen. Daarbij speelt dat landelijk de deelname aan groepsporten afneemt en individuele sporten zoals hardlopen aan betekenis winnen. Het aantal vrijwilligers neemt af. De exploitatie van sportkantines en dorpshuizen wordt daarmee moeilijker. Ook zijn voorzieningen soms niet meer afgestemd op het soort activiteiten waar vraag naar is.

Langer thuis wonen, noodzaak levensloopbestendige woningen, zorg aan huis en behoefte aan mantelzorg

De overheid stimuleert langer zelfstandig thuis wonen. Ook ouderen zelf kiezen daar vaker voor. Hierdoor verandert niet alleen de woonbehoefte van onze inwoners, maar ook de behoefte aan (het niveau van) lokale voorzieningen.

Er is meer behoefte aan levensloopbestendige woningen of appartementen met op korte afstand welzijns- en medische instellingen waarop een beroep kan worden gedaan als dat nodig is. Ook is er behoefte aan dichtbij gelegen, goed toegankelijke voorzieningen en aan woonvormen waarbij mensen voor elkaar zorgen zoals mantelzorgwoningen, kangoeroewoningen of een knarrenhof.

Decentralisatie begeleid wonen, noodzaak huisvesting hiervoor

Het is de wens van de gemeente en woningbouwcorporaties dat mensen die uitstromen uit instellingen verspreid gaan wonen in de gemeente. Het is moeilijk deze doelgroep te huisvesten omdat er beperkt woningen vrijkomen en er al veel druk op de woningmarkt is.

Identiteit

Grotere behoefte aan diversiteit en lokale identiteit, de identiteit van de omgeving bepaalt waar mensen het liefste willen wonen en werken

De identiteit is in de regel zichtbaar in het afwisselende landschap en het gebouwde erfgoed. Het vertelt het verhaal van Dalfsen, gemaakt door een wisselwerking van natuurlijke processen en menselijke inspanningen. Dat is ook de basis waarop cultuur, natuur, economie en toerisme floreren. Hier heeft de gemeente ook de goede voorzieningen aan te danken op het gebied van horeca, musea, sport en winkelen. Onderscheidend is ook de positie van Dalfsen binnen de regio Zwolle; de stad is nooit ver weg, maar hier is ook nog volop rust en ruimte te vinden.

De samenleving globaliseert, maar de behoefte aan een plek waar je je goed voelt en die uniek is neemt toe. Naast de architectuur van de woning, is de identiteit (hoe ziet het eruit) van de directe leefomgeving en de openbare ruimte van invloed op het woongenot.

Druk op landschap (groene karakter en openheid) vanwege alle ruimte vragende opgaven

De gemeente Dalfsen is een overwegend groene gemeente, niet alleen buiten maar over het algemeen ook binnen de kernen. Veel en gevarieerd groen draagt bij aan een aantrekkelijke, gezonde en klimaatbestendige leefomgeving en biedt ruimte voor flora en fauna/biodiversiteit.

Echter, steeds meer functies vragen om ruimte, zoals de duurzame opwek van energie, woningbouw, landbouw, natuur, recreatie en toerisme, waterberging en infrastructuur. Belangrijke doorzichten, contrast tussen de verschillende landschapstypen en de openheid zijn waarden die moeilijk met al deze trends zijn te verenigen. Dit dwingt tot slimme en pragmatisch meervoudig ruimtegebruik en ook tot het maken van keuzes.

Dreigende leegstand en onderhoudslast karakteristieke (kerk)gebouwen, mede in relatie tot verduurzaming

De gemeente Dalfsen is rijk aan erfgoed en mede hierom een gewilde gemeente om te wonen, te werken en te recreëren. Het behoud van karakteristieke gebouwen is geen vanzelfsprekend. Het zijn meestal oude gebouwen met hoge onderhoudskosten en energielasten. Sommige eigenaren kiezen voor vervanging van de karakteristieke gebouwen door nieuwbouw. Doordat kerkgebouwen leeg komen te staan worden ze onvoldoende onderhouden. Belangrijk is dat voldoende mogelijkheden worden geboden voor alternatieve functies die nieuwe draagkracht geven voor het behouden van dat wat karakteristiek is.

Toerisme/recreatie

Algemene trends

De toerist, maar ook de recreant uit de wijdere omgeving en de eigen inwoners, is op zoek naar een andere beleving. Het vroegere ‘standaard vakantieaanbod’ voldoet niet meer. De toerist is mondiger. Daarbij wil de nieuwe consument graag kunnen kiezen.  Een aantal algemene trends zijn:

  • meer willen genieten van een aantrekkelijke omgeving: zowel natuur, water, stad als platteland;
  • toenemende bewustheid van gezondheid en levensstijl;
  • toenemende (auto)mobiliteit van huishoudens;
  • toenemende vraag naar kwaliteitsproducten en goede dienstverlening;
  • bereidheid om te betalen voor kwaliteitsvoorzieningen;
  • ‘gezellige’ vormen van recreatie: samen met anderen activiteiten ondernemen is wellicht belangrijker dan de activiteiten op zich;
  • toename aantal caravans en campers
  • groeiende vraag naar recreatievormen afgestemd op (actieve) senioren;
  • toenemende belangstelling voor routegebonden recreatie (fietsen, wandelen, skeeleren, nordic walking, varen etc.);
  • ‘sensationalisering’: toeristen zoeken steeds vaker naar nieuwe uitdagingen en extremen. Het gaat hierbij steeds meer om beleving, emotie en fascinatie.

Minder gewone campings meer luxe grote (recreatie)woningen

Een belangrijke ontwikkeling in de kampeersector is de tendens tot ‘verstening’ van kampeerterreinen. Veel ondernemers kunnen de dure grond en de hoge natuurlijke en recreatieve waarden van hun omgeving te gelde maken door de standplaatsen voor mobiele kampeermiddelen om te vormen tot huisjes. Vervolgens worden deze huisjes verkocht aan individuele eigenaren. Als daarmee de bedrijfsmatige exploitatie verdwijnt is dat vaak negatief voor het gebruik en aanzien van een dergelijk terrein. Daarnaast is het belangrijk om ervoor te waken dat deze verstening niet zodanige explosieve vormen aanneemt dat daardoor de diversiteit van het aanbod onder druk komt te staan.

Toename aantal campers en behoefte aan camperplaatsen

Er is in de gemeente en in de regio een toenemende vraag naar camperplaatsen. Deze trend is door de coronacrisis versterkt. Vooral jonge mensen hebben sinds de uitbraak van het coronavirus een caravan of camper aangeschaft. Het totale aantal kampeerauto’s in Nederland steeg in het begin van de corona-tijd met 3,2 procent tot een recordaantal van ruim 135.000, waar er vijf jaar geleden nog geen 100.000 werden geteld.

Mobiliteit

Mobiliteit blijft groeien, en veroorzaakt steeds grotere druk op leefbaarheid van de kernen en op de ruimte

De behoefte aan mobiliteit neemt al decennialang toe en de verwachting is dat deze groei ook in de regio Zwolle doorzet. Dat komt onder meer door economische groei, toenemende woon-werk-afstanden, groei van het aantal inwoners in de gemeente, groei in de regio Zwolle. Ook woningbouw in de regio, meer evenementen, een toenemende recreatiedruk en een vergrijzende bevolking met ouderen die langer mobiel blijven, zorgen voor meer groei. Daartegenover staat dat thuiswerken en thuis-studeren mogelijk voor een afname van de mobiliteit zorgt.

Populariteit deelmobiliteit groeit

Ook kan de toenemende populariteit van “delen” zorgen dat er minder ruimte nodig is voor het parkeren van auto’s. Deelmobiliteit en MaaS (mobility as a service)kan ertoe leiden dat reizigers bewust andere manieren kiezen voor hun reis dan alleen de auto.

Technologische ontwikkelingen

Technologische ontwikkelingen kunnen bijdragen aan betere benutting van bestaande infrastructuur (Mobility as a Service, MaaS). Deze ontwikkelingen kunnen een impuls geven aan het behalen van doelstellingen op het gebied van de energietransitie en aan het opvangen en faciliteren van de groeiende mobiliteit. Denk aan openbaar vervoer dat zich aanpast aan de vervoersvraag en aan elektrische en autonoom rijdende voertuigen.

Dergelijke ontwikkelingen brengen echter ook tal van onzekerheden met zich mee, zoals het effect van zelfrijdende voertuigen, de laadstructuur voor elektrische auto’s en de gevolgen voor het particuliere autobezit. Meer elektrisch rijden leidt tot minder geluidhinder (dit is niet altijd veiliger) en minder emissies. Dat kan ertoe leiden dat de (milieu-)belemmeringen van het verkeer minder zwaar gaan wegen in plannen voor bijvoorbeeld woningbouw of natuurontwikkeling, maar biedt geen vermindering van het ruimtegebruik. Door de uitbreiding van het aantal elektrische auto’s, met name in parkeergarages, kunnen problemen ontstaan, omdat deze auto’s alleen in een waterbak te blussen zijn.

Mensen ervaren de effecten van meer verkeer als negatief, door geluidsoverlast, de aantasting van de leefbaarheid, verkeersveiligheid en luchtkwaliteit en door de beperkte doorstroming van autoverkeer. Meer verkeer legt een claim op de beperkte ruimte. Dat geldt vooral voor het rijdende verkeer en nog sterker voor parkerende auto’s in woonwijken en bij voorzieningen. Terwijl veel ondernemers in de kernen afhankelijk zijn van bezoekers, wordt het toenemend autoverkeer van die bezoekers steeds meer een probleem.

“Op fietsafstand” door elektrische fiets ruimer geworden

Mede dankzij de e-bike is “op fietsafstand” een groter gebied geworden. Forenzen voor werk en studie kunnen door de e-bike worden verleid om niet meer met de auto naar hun werk te rijden.

Ook ouderen kunnen met de e-bike langer blijven fietsen of grotere afstanden afleggen. Schaduwkant hiervan is een toename van ongevallen, waarbij ouderen betrokken zijn. Uitdaging is om de omgeving seniorproof te ontwerpen en ouderen veiliger in het verkeer te laten bewegen en de verschillen in snelheid op het fietspad veilig te laten verlopen. Dat kan o.a. door fietspaden breder te maken.

Gezondheid en veiligheid

Toenemend belang van preventieve gezondheidszorg 

Er is een toenemende behoefte aan een gezonde leefstijl. Een ongezonde leefstijl is een belangrijke risicofactor voor chronische ziekten. De leefstijl van veel mensen kan gezonder. Dit blijkt als we de vier belangrijkste leefstijlfactoren (roken, alcohol, beweging en voeding) op een rij zetten; 10% drinkt te veel, een kwart rookt, een derde beweegt te weinig en zowat iedereen eet te weinig groente en fruit.

De omgeving kan zorgen voor een positieve invloed op een gezonde leefstijl. De omgeving moet zo ingericht worden dat deze uitnodigend is om te verblijven, recreëren en te bewegen.

Noodzaak om te bewegen/sporten

De behoefte van inwoners om te bewegen blijft groot. Daarnaast is er steeds meer aandacht voor gezondheid. De wijze en de tijdstippen waarop inwoners sporten en bewegen verandert, ook binden inwoners zich minder makkelijk, langdurig aan sportverenigingen. Deze ontwikkelingen zorgen er ook voor dat het aantal leden van sportverenigingen over het algemeen stagneert of afneemt. Sportverenigingen spelen daarop in door het aanbod te verbreden. Mede door de vergrijzing is inclusief sporten en bewegen steeds belangrijker. Op late leeftijd zijn mensen nog steeds vitaal en voor hen is bewegen belangrijk om gezond te blijven. Verder is er meer behoefte aan beweegtuinen en beweegroutes waar jong en oud (samen) kunnen sporten en bewegen.

Toenemend besef van belang kwaliteit bodem, water, lucht

Er is in toenemende mate aandacht voor het klimaat en een gezonde leefomgeving. Een schone bodem, schoon water en goede luchtkwaliteit is hiervoor uitgangspunt.

De luchtkwaliteit kan de komende jaren meer onder druk komen te staan. Dit komt deels door de toename van mobiliteit, maar bijvoorbeeld ook door toename van open haarden.

Dit betekent meer emissies van fijnstof en stikstofdioxide die afkomstig zijn van wegverkeer en industrie. Fijnstof heeft echter ook onder de grenswaarde schadelijke gevolgen voor de gezondheid. Blootstelling aan luchtverontreiniging is nog steeds een substantiële oorzaak van ziekte en sterfte.

Landbouw

Verdwijnen traditionele boerenbedrijven, opvolgingsproblemen, noodzaak ontwikkeling toekomst-bestendige landbouw en nieuwe verdienmodellen

De landbouw is de grootste grondgebruiker en beheerder in het landelijk gebied voor zover dit geen bebouwde kom is. De agrarische sector staat voor een grote transformatieopgave. Zeker als agrarische bedrijven groter willen worden krijgen ze te maken met de stikstofproblematiek. Voor een schoon milieu is het gewenst dat minder gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. Voorts is het wenselijk dat een omslag wordt gemaakt naar kringlooplandbouw, meer duurzaam en meer gericht op biodiversiteit.

Agrarische ondernemers zullen hierdoor ruimte nodig hebben om te schakelen en eventueel om nevenactiviteiten te ontplooien. Activiteiten die helpen om de bedrijfsvoering rendabel te krijgen en tegelijkertijd te voldoen aan maatschappelijke ontwikkelingen. 

Daarnaast zal er ook sprake zijn van bedrijfsbeëindiging, onder meer door opvolgingsproblemen. Waar agrarische bedrijven stoppen vindt een functieverandering plaats. Door ontwikkelingen op en rond erven of hobbymatige activiteiten vindt een afname plaats van de agrarische identiteit. Om verpaupering van vrijkomende agrarische bebouwing te voorkomen zijn ook in de toekomst goede hergebruikmogelijkheden nodig.