Visie 2040

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

Een Omgevingsvisie kijkt vooruit maar begint uiteraard niet met een leeg blad. Wat we willen en kunnen wordt voor een groot deel bepaald door wat er nu is. Daarom beschrijven we eerst onze positie in de regio, wat onze kwaliteiten zijn en wat ons toekomstbeeld is richting 2040.

Maar tussen nu en 2040 gaan zich ontwikkelingen voordoen die deels bekend en deels onbekend zijn. Het beschrijven van trends en ontwikkelingen die invloed hebben op die toekomst, is dus een belangrijke tussenstap. Mede door de input van ketenpartners en ondernemers, maar ook specifiek van de inwoners, hebben we een goed beeld gekregen van relevante trends en ontwikkelingen. Vanuit de trends en ontwikkelingen geven we aan welke gevolgen dit heeft voor het samenwonen, samenwerken en samenleven in Dalfsen.

Dit betekent dat we keuzes moeten maken voor de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving. Die keuzes zijn vastgelegd in tekst en een Ontwikkelkaart.

Deze keuzes zijn op hoofdlijnen en soms abstract. In dit hoofdstuk beschrijven we (aan de hand van vier ambities) de gemeentebrede keuzes. Er zijn echter ook keuzes die niet voor de hele gemeente gelden, maar uitsluitend in bepaalde gebieden. In hoofdstuk twee beschrijven we de keuzes die voor de deelgebieden gelden. Het hoofdstuk sluit af met een link naar lopende en nieuwe opgaven en beleid. Per ambitie is aangegeven hoe het (integrale) beleid is gelinkt aan de ambitie en uitvoering daaraan geeft. Onderstaande afbeelding vat de structuur van hoofdstuk één en de doorwerking naar hoofdstuk twee samen.

Stroomschema Basissituatie 2021

Visie

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

Basissituatie anno 2022

De gemeente Dalfsen ligt ruimtelijk gezien zeer strategisch en dat verklaart in veel gevallen ook de economische kracht en brede welvaart. Los van de eeuwenoude waardevolle landschappen en natuurgebieden, de karakteristieke kernen en de waarde die daaraan wordt gehecht, ligt de gemeente nabij de bruisende stad Zwolle, de A28, de spoorlijn en meerdere regionale N-wegen. Daarmee is de bereikbaarheid in veel gevallen goed op orde. Het landschap is authentiek en gaaf en kent een herkenbare samenhang. Het draagt bij aan de kwaliteit van wonen en leven. Dat betekent niet dat het automatisch goed gaat. Het zijn vooral de ondernemersmentaliteit, de werkcultuur en de open samenleving die Dalfsen tot een welvarende, bruisende gemeente maakt.

De gemeente is aangesloten bij diverse samenwerkingsverbanden in de regio. Zo maakt de gemeente, samen met 21 andere gemeenten, onderdeel uit van Regio Zwolle en is er veel samenwerking op verschillende vlakken met omliggende gemeenten. Voorbeelden hiervan zijn de samenwerking in het kader van de Regionale energiestrategie (RES) West-Overijssel en de netwerksamenwerking van Ruimte voor de Vecht en RIVUS (samenwerkingsverband Noordwest Overijssel in kader van klimaatadaptatie). In het kader van de Regiodeal Zwolle werkt de gemeente actief en gericht aan een ‘sociaal-sterke, circulaire, innovatieve en klimaatbestendige groeiregio’. Regio Zwolle is in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) van het Rijk aangewezen als NOVI-gebied, wat betekent dat er wordt samengewerkt aan de opgaven.


Visie

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

Trends, ontwikkelingen en de doorwerking daarvan

De toekomst tot 2040

De gebeurtenissen van nu (anno 2021) rondom de Corona-crisis laten zien dat de voorspelbaarheid van ontwikkelingen klein is. In opdracht van de overheid houden tal van onderzoeksinstituten trends en ontwikkelingen bij en monitoren de voortgang en veranderingen. En dat doet de gemeente, andere (semi)overheden en ketenpartners ook. Immers, het beleid van de gemeente wordt daar weer op afgestemd. Hierna gaan we de voor Dalfsen belangrijkste trends en ontwikkelingen bij langs en vatten deze samen in de veranderopgaven. De lezer die meer achtergronden van de trends en ontwikkelingen wil, wordt verwezen naar de pagina Achtergrond.


Relevante trends en ontwikkelingen

Er is druk op de woningvoorraad. De vraag naar woningen blijft urgent. Deels betekent dit een fysieke bouwopgave, deels een aanpassing van de bestaande woningvoorraad. Maar, de groei doet zich niet in alle gebieden voor. Delen van Nederland (grens- en buitengebieden) kennen juist een afname van de bevolkingsaantallen en van het aantal personen per huishouden.

Dit is ook het geval in Dalfsen. Doordat Dalfsen relatief dicht bij de stad Zwolle ligt en omdat Dalfsen een aantrekkelijke woongemeente is, is er een grote vraag naar woningen. De vraag op de woningmarkt is nauwelijks te reguleren. Met nieuwbouw is met type en plek enigszins te sturen op doelgroepen, maar bij verkoop is dat niet meer mogelijk. De woning gaat naar de hoogste bieder. Met name starters en ouderen vinden moeilijk een passende woning. Maar het woonvraagstuk gaat verder en wordt naast passende woonruimte ook bepaald door een goed voorzieningenniveau, een aantrekkelijke woonomgeving en weinig overlast of milieuhinder.

Al jaren is vergrijzing en ontgroening een actueel thema. De komende jaren zal de vergrijzing fors doorzetten en dat heeft (bekende en nog onbekende) gevolgen voor sociale en fysieke aspecten zoals wonen, zorg en de inrichting van de openbare ruimte. De arbeidsmarkt en het verdienmodel onder onze nationale economie staan onder druk en vragen om nieuwe oplossingen.

Voor Dalfsen is dat een kans en een bedreiging. De oudere leeftijdsgroep is nu nog goed vertegenwoordigd, zowel als inwoner als gast (toerist) en dat biedt kansen voor detailhandel, recreatie en toerisme. De aanwas van onderop stokt echter. Jonge mensen kunnen moeilijk woonruimte vinden en vertrekken. Vaak is dit ook een gevolg van studie en werk. Mede door de stijgende prijzen van woningen en het ontbreken van voorzieningen zoals toegang tot goed OV en middelbaar onderwijs, trekken jonge mensen en gezinnen weg. De bevolkingsopbouw wordt eenzijdiger, grijzer en dat heeft zowel economische als sociale gevolgen.

Het buitengebied bevindt zich in een grote transitie. De agrarische sector staat onder steeds grotere druk. Een voorbeeld hiervan is de stikstofproblematiek. De sector investeert waar mogelijk in nieuwe en aangepaste vormen van landbouw om een goed toekomstperspectief te behouden. Het buitengebied gaat ook een rol spelen in de energietransitie. Daarnaast spelen recreatie, reguliere economische bedrijvigheid, toerisme, natuur, landschap en wonen een rol in het buitengebied. En ook in het buitengebied doen zich ontwikkelingen en kansen voor (o.a. vrijkomende agrarische bebouwing en sloop voor kansen).

Voor Dalfsen is deze trend herkenbaar. Het vraagt goede afstemming met de sector en initiatiefnemers van (nieuwe) grote ruimtevragen om het landschap haar kwaliteiten te doen behouden en tegelijkertijd een duurzaam verdienmodel voor agrarische bedrijven te creëren.

Klimaatverandering vraagt in toenemende mate om maatregelen in de fysieke leefomgeving. Daarbij gaat het zowel om klimaatmitigatie (voorkomen en beperken van de klimaatverandering zoals de vermindering van broeikasgassen en verbranding van fossiele brandstoffen) als klimaatadaptatie (aanpassen aan veranderde omstandigheden als gevolg van hittestress, droogte, zware neerslag).

Klimaatmitigatie en –adaptie staan hoog op de agenda, niet alleen voor de gemeente, maar ook bij andere partners. Want dit doe je niet alleen. Met meerdere regionale partners wordt gekeken naar fysieke ingrepen die de omgeving robuust maken voor komende veranderingen, zoals op het gebied van waterveiligheid. Een ander voorbeeld hiervan is de netwerksamenwerking Ruimte voor de Vecht maar ook het regiodeal project Klimaatwinkelstraat Dalfsen. Twee voorbeelden die enerzijds in het landelijke en anderzijds in het bebouwde gebied plaatsvinden.

Dan zijn er de opgaven van de energietransitie. Met het klimaatakkoord is Nederland de verplichting aangegaan in 2050 nagenoeg CO2-vrij te zijn. Hoe gemeenten dat voor de gebouwde omgeving denken te doen, moeten zij aangeven in de Regionale Energie Strategie (RES). Voor de kortere termijn betekent dit besparen, zon op dak, (grootschalige) zonnevelden en windturbines. Maar ook nieuwe toepassingen dienen zich aan (buurtbatterijen en waterstof) en ook deze vragen om een goede ruimtelijke inpassing.

Trends onder het thema gezondheid winnen snel terrein in het fysieke domein. In de klassieke vorm ging het vooral om zorgbehoevenden en daarbij behorende voorzieningen. Daarin heeft een omslag plaats gevonden van “gelijke zorg voor iedereen” naar maatwerk waarbij de veerkracht en het zelf regie voeren over de eigen zorg, centraal staat. Zelfredzaamheid, activeren en meedoen is belangrijk. De vraag naar maatwerk in woonvormen groeit. Het steeds verder afstemmen van woonvormen op de wensen van bewoners heeft positieve effecten (meer welbevinden, beweegvriendelijke omgeving, zorgvoorzieningen op maat). Daarnaast biedt de inzet van nieuwe technologieën in de leefomgeving kansen voor de autonomie en zelfredzaamheid van burgers.

Maar er is meer. De inrichting van de fysieke leefomgeving heeft op veel manier invloed op de gezondheid van iedereen. Groen en water in de wijk en de omgeving nodigen bijvoorbeeld uit tot (langer) bewegen. Goede en veilige routes naar voorzieningen zijn belangrijk om jezelf te kunnen redden. Er is al langer aandacht voor schade aan gezondheid als gevolg van geluid, geur en fijnstof, maar ook meer indirecte schade (voeding, bewegen, binnenklimaat e.d.) krijgen we steeds beter in het vizier. Dat maakt ook duidelijk dat er veel en directe kansen in de fysieke leefomgeving zijn die gezondheid in positieve zin te beïnvloeden. Daarnaast de belangstelling voor gezondheid en de relatie met leefstijlfactoren als stress, voeding en beweging is de laatste jaren toegenomen. Steeds meer consumenten willen gezond eten, fit zijn, bewuster leven en meer stilstaan bij dagelijkse dingen.


Wat geven de inwoners aan?

Naast het beschouwen van trends en ontwikkelingen, zijn we met onze inwoners in gesprek gegaan en hebben hen gevraagd hoe zij naar de toekomst van de eigen gemeente kijken. In hoofdstuk twee en vijf gaan we daar gedetailleerder op in, hier beperken wij ons tot vijf hoofdpunten die we meenemen in de strategische keuzes die we in deze Omgevingsvisie hebben gemaakt.

Op orde: Onze inwoners geven aan dat de basissituatie op orde is. Door de bank genomen zijn er geen dringende sociale of ruimtelijke problemen die direct aandacht vragen. Over het algemeen is de gemeente welvarend en kunnen ondernemers een redelijk tot goed bestaan vinden. De waardevolle landschaps- en dorpsstructuren dragen bij aan een hoge waardering van en tevredenheid met het wonen en leven in Dalfsen.

Open naar de toekomst: Het kan voorkomen dat als een gemeente op orde is, inwoners deze situatie vooral voor zichzelf willen houden en moeite hebben dat te delen met anderen. Deze geluiden klinken over het algemeen niet in Dalfsen. Hoewel het er overwegend mooi en op orde is, hebben de inwoners een open houding naar de toekomst en naar anderen. Er zijn zeker vragen over grotere opgaven, maar de basishouding is gastvrij, nuchter en realistisch.

Zelfbewust: Er is veel informatie opgehaald (ook al in het kader van de Toekomstvisie) waaruit blijkt dat de inwoners weten wat van waarde is en waar ze trots op zijn. Soms gaat dat om historisch-ruimtelijke waarden en authentieke plekken, maar veel vaker over de waarde van een hechte gemeenschap. Er is sprake van een gezonde verhouding tot de overheid: wat je met elkaar regelen kunt, los je eerst samen op.

Zelfredzaam: het samen naar oplossingen zoeken komt ook terug in dit begrip. Vanuit de historie is het op veel plekken zo gegroeid dat de inwoners naar elkaar omzien en elkaar verder helpen. Dat zit diep in de cultuur verankerd. En die basiscultuur is tot op de dag van vandaag niet verwaterd en nog duidelijk herkenbaar. Maar op veel momenten is zorg geuit of dit zo blijft. Ontmoeten, behoud van de bevolkingsopbouw, generaties samen, jong en oud, goed huisvesten zijn daarom belangrijke punten die door de inwoners genoemd zijn en doorklinken in de opgaven voor de deelgebieden (hoofdstuk twee.

In balans: Uit de participatie volgen geen algemene uitspraken of keuzes. Het motto is samen optrekken en zoeken naar een evenwichtige balans waar iedereen een plek kan krijgen: ook wel een inclusieve samenleving genoemd. Wel vindt men dat groepen die nu moeilijk een (woon-)plek kunnen krijgen, meer kans op de woningmarkt moeten krijgen.


Doorwerking tot 2040

We hebben gekeken naar de belangrijkste trends en ontwikkelingen voor Dalfsen. We hebben vervolgens gekeken welke accenten onze inwoners hebben gelegd. Een volgende stap is dat we duiden wat dit betekent voor het wonen, werken en leven in Dalfsen:

Bereikbaarheid, digitaal en fysiek: Bereikbaarheid heeft twee gezichten. Het is aan de ene kant een randvoorwaarde voor een gezonde economie en welvaart. Dat vraagt een goed onderhoud of uitbreiding van fysieke verbindingen voor alle modaliteiten (auto, OV, fiets) maar ook van digitale infrastructuur in de hele gemeente. Aan de andere kant is het ook een randvoorwaarde voor een inclusieve samenleving. Zo moeten de openbare gebouwen en voorzieningen goed bereikbaar en toegankelijk zijn voor al onze inwoners.

Mede door de Corona-crisis zal een nieuwe balans ontstaan tussen werken op kantoor en thuis. In dat laatste geval dient de digitale infrastructuur ook op orde te zijn. De hoofdwegen langs of door de kernen zijn druk en zorgen gelijktijdig voor onveiligheid en overlast. Dat vraagt blijvend om passende oplossingen voor knelpunten in de huidige en toekomstige situatie.

Veranderende bevolkingsopbouw en druk op de woningmarkt: Nu is de kracht van Dalfsen dat in veel gevallen generaties nog samenwonen of in de directe omgeving van elkaar wonen. Dat staat onder druk, onder andere door woningzoekenden van binnen en buiten de regio. De keerzijde van het aantrekkelijke woon- en leefklimaat (in combinatie met de nabijheid van Zwolle), is dat huizenprijzen stijgen. Dit leidt tot verdrijvingseffecten: sommige groepen kunnen geen geschikte woning vinden en vertrekken uit Dalfsen. Hoe gaan we om met deze regionale druk?

Omgaan met schaarse ruimteDe druk op de ruimte neemt toe in Dalfsen. En de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zijn op veel plekken hoog. Functies kunnen gecombineerd worden maar niet alles kan zonder meer. Het vraagt keuzes.

Grootschalige transitie in het buitengebied: De grootste veranderingen zullen de komende jaren in het landelijk gebied zichtbaar zijn. De landbouw zit in een grote transitie naar meer duurzame vormen van landbouw. Dat vraagt om investeringen (en meer ruimte), die alleen maar kunnen worden gedaan als er lange termijn perspectief is en zicht op een goed en stabiel verdienmodel. Grote opgaven moeten daarnaast concreet gemaakt worden: verhoging van de biodiversiteit, ruimte voor de energietransitie, het robuust maken van het landschap tegen droogte en hitte. Niet overal komt het “vanzelf” goed. Er zijn veel ondernemers, beheerders en bewoners in het landelijk gebied met ieder hun eigen belangen. Het vraagt regie van de gemeente (in goede afstemming met provincie en rijk) om gebiedsprocessen goed te coördineren en het tijdig betrekken van grondeigenaren en andere direct belanghebbenden bij eventuele veranderingen. Dit kwam ook als wens naar voren tijdens de participatiefase van deze Omgevingsvisie.

Duurzaamheid en klimaat concreet uitvoerenDuurzaamheid omvat klimaat en energie, biodiversiteit en een circulaire samenleving en heeft tot doel zo zuinig mogelijk en doelmatig om te gaan met ruimte en grondstoffen. Door energie te besparen en onze energie zoveel mogelijk duurzaam op te wekken kunnen we de opwarming van de aarde beperken. Dit kan door een scala aan mogelijkheden die volop in ontwikkeling zijn. Tegelijkertijd nemen we maatregelen voor de veranderingen in het klimaat waarvan we weten dat deze op gaan treden. Dit doen we door ons te wapenen tegen zware regenval, overstroming, hitte en droogte. Door het realiseren van voldoende waterberging en door water zoveel mogelijk op de plek te laten infiltreren waar het valt. Door bomen te planten voor schaduw en door water te bergen als voorraad voor tijden van droogte. Uitvoering van maatregelen vraagt om samenwerking. Bijvoorbeeld tussen bedrijven die elkaars restproducten kunnen gebruiken. Deze samenwerking zoeken we zoveel mogelijk in de directe omgeving om onnodig transport te voorkomen. Veel van de hiervoor genoemde aspecten hangen met elkaar samen en juist in die samenhang liggen koppelkansen en efficiëntie. Wij zien voor de gemeente een nadrukkelijke rol om te sturen op die samenhang en verbindingen tussen partijen en opgaven te creëren. Circulariteit is een pijler in het gemeentelijke duurzaamheidsbeleid. Het biedt zowel kansen vanuit het oogpunt van duurzaamheid als economisch gezien. Hierbij stimuleren, faciliteren en geven het goede voorbeeld op het gebied van natuur inclusief en circulair bouwen en beheer openbare ruimte. Dit geldt zowel voor alle nieuwbouw in de gemeente, wonen werken en recreatie. Overkoepelend circulair beleid is in ontwikkeling waarbij wij samenwerken met omliggende gemeenten en onderwijsinstellingen.

Gezondheid en veiligheid op hoger plan: Zoals eerder aangegeven kan de fysieke leefomgeving zorgen voor een positieve invloed op een gezonde leefstijl. De omgeving moet daarom zo worden ingericht dat deze uitnodigend is om te verblijven, recreëren en te bewegen. Ook is in toenemende mate aandacht voor het klimaat en een gezonde leefomgeving. Een schone bodem, schoon water en goede luchtkwaliteit is hiervoor uitgangspunt. Samen met de GGD en organisaties wordt concreet gekeken hoe inwoners(-groepen) met beleid, voorlichting en advies gezond, actief en veerkrachtig blijven.

Dit heeft ook een relatie met het IBOR-beleidsplan. Dat gaat over integraal beheer van de openbare ruimte en raakt net als de Omgevingsvisie, wat vooral een kader is voor nieuwe ontwikkelingen. Een kwalitatief goede openbare ruimte draagt bij aan de welvaart en aan het welzijn van de bewoners en ondernemers. De gemeente blijft hier ook in investeren. Voorbeeld hiervan zijn het ontwikkelen van een visie op de Burg. Backxlaan in Nieuwleusen, de Kanaalvisie Lemelerveld en de Centrumvisie Dalfsen. Maar in de kleine kernen, zoals de openbare ruimte langs de N340 bij Oudleusen en het dorpsplein in Hoonhorst.

Kwaliteit van de openbare ruimteEen gemeente is eindverantwoordelijk voor de openbare ruimte. Een goed onderhouden openbare ruimte ondersteunt de leefbaarheid, de bereikbaarheid, de veiligheid, de economie en recreatie in onze gemeente.

We houden de openbare ruimte volgens afgesproken kwaliteitseisen in stand. De wegen, het groen, de speelplekken, de riolering, het water, de bruggen, de oeverconstructies en de verlichting vormen samen de kapitaalgoederen in de openbare ruimte van onze gemeente. Deze kapitaalgoederen maken het mogelijk dat mensen prettig kunnen samenwonen, samenleven en samenwerken. De gemeente voert regelmatig onderhoud uit om dit allemaal schoon, veilig en heel te houden. Naast het onderhoud voert de gemeente ook grootschalig onderhoud uit, zoals vervangen van bomenlanen, of wegen.

We zetten waar mogelijk in op ‘werk met werk maken’. Dat betekent dat we verschillende ingrepen in de openbare ruimte zoveel mogelijk combineren. Dit om hinder tot een minimum te beperken. Ook besparen we zo op kosten, energie en grondstoffen. Zo kunnen de vernieuwing van een wegdek en vervanging van kabels of leidingen op diezelfde plek goed worden gecombineerd.

De samenleving verandert. Er ontstaan steeds meer maatschappelijke initiatieven. Als gemeente geven we ruimte aan inwoners om zelf initiatief te nemen in de openbare ruimte. We zoeken in onze nieuwe rol naar een goede balans tussen loslaten, vertrouwen en samenwerken. We passen maatwerk toe per initiatief. We maken vooraf aan de samenwerking goede afspraken. Als gemeente bepalen we niet alles. Dit betekent dat we kaders stellen op het “wat” en meer vrijheid geven over het “hoe”. We houden de regie in de samenwerking met inwoners en organisaties. Zo bereiken we samenwerkend meer.


Visie

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

Strategische keuzes

Nu we hebben geduid welke gevolgen trends en ontwikkelingen hebben voor het samenwonen, samenwerken en samenleven in Dalfsen, is de volgende stap aan te geven waarvoor we gaan kiezen. Met de volgende keuzes geven wij aan waar onze prioriteiten liggen en hoe wij richting gaan geven aan vraagstukken en initiatieven in de fysieke leefomgeving.

  1. Onze ambitie is om onze inwoners positief gezond te houden of te krijgen door een leefomgeving die uitnodigt tot ontmoeten, meedoen, bewegen en sporten. We willen bereiken dat mensen het vermogen hebben om zich aan te passen en zelf de regie te voeren, kijkend naar de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. We streven hierbij naar een goede balans tussen welzijn (geluk en gezondheid) en welvaart (verdienmodellen).
  2. Regievoering door de gemeente is voor sommige opgaven noodzakelijk. We willen betrokken zijn en worden bij (grotere) initiatieven en erop toezien dat een project of plan goed wordt afgestemd met omwonenden, zorgvuldig wordt ingepast en zo mogelijk iets toevoegt aan de waarden en ruimtelijke kwaliteit van onze gemeente. Om dat te bereiken en om te weten wat er leeft, blijven we actief in gesprek met onze stakeholders en inwoners. We willen regie, zonder het initiatief over te nemen.
  3. Door meervoudig ruimtegebruik willen we integraal bijdragen aan de grote opgaven (klimaat, energie, wonen, leefbaarheid, bereikbaarheid, economie, landbouw, wateropgaven, gezondheid). Dat vragen wij ook van onze inwoners, maar wij geven zelf het goede voorbeeld bij eigen projecten (woningbouw, sportvelden en maatschappelijke eigendommen).
  4. Onze landschappen en ruimte dragen bij aan ons welzijn en onze welvaart. We koesteren het landelijk karakter, we geven perspectief voor leefbaarheid en voorzieningen door slimme koppeling van autonome groei met een plusje voor alle kernen (op logische plekken) en bereikbaarheid. Dat betekent dat we, naast uitbreiding, ook actief op zoek gaan naar kansen voor inbreiding/verdichting. Zowel vanwege de grote woonbehoefte als voor de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
  5. In de Omgevingsvisie spreken we daarom de ambitie uit dat we kansen willen creëren en benutten rond transformatie-opgaven in onze kernen. Denk bijvoorbeeld aan een nieuwe invulling van bedrijventerreinen die verouderd zijn of dreigen te verouderen. Of aan woon- of bedrijfsgebieden nabij de centra, waar kansen liggen voor verdichting. Dit geldt zowel voor de grotere als voor de kleine kernen in onze gemeente. Wat betreft uitbreidingslocaties zetten we de huidige beleidslijn uit de structuurvisies voort, aangevuld met een aan te duiden ‘ontwikkelingsgebied Dalfsen Noord’ met een nader te bepaleninvulling. In paragraaf 1.6.5 wordt de onderbouwing bij de keuze voor de uitbreidingslocaties verder toegelicht.
  6. Qua bouwtempo zetten we de lijn voort van bouwen voor eigen behoefte, waarbij we extra bouwen in kernen die dit nodig hebben voor instandhouding van het huidige voorzieningenniveau. We zien kansen voor de kernen Lemelerveld en Nieuwleusen om een rol te spelen in de opvang van een deel van de regionale woonbehoefte, zonder de waarden, de maat en de schaal van die kernen aan te tasten.
  7. We gaan waar mogelijk sturen op het type woning, inrichting van de openbare ruimte en locaties om de gewenste evenwichtige mix van inwoners te behouden dan wel te realiseren en groepen (starters en ouderen) die moeite hebben een woning te bemachtigen, specifiek te bedienen. Hierbij houden we ook rekening met onze opgave in het kader van de decentralisatie van beschermd wonen.
  8. We werken vanuit de waarden van de gebieden. Het ligt bijvoorbeeld niet voor de hand om een gebied waar de natuurwaarden groot zijn, in te vullen met een woningbouwprogramma. Daarbij nemen we de uitgevoerde stresstesten rond droogte en overstroming ter harte voor de locaties waar wel of niet woningbouw gerealiseerd kan worden. We willen geen nieuwe kernen creëren of buurtschappen grootschalig uitbreiden. Wel kan woningbouw op kleine schaal bijdragen aan versterking van de gebiedswaarden en het tegengaan van de verstedelijkingsdruk.
  9. Specifieke aandacht zal er zijn voor de ontwikkeling van recreatie en toerisme. Versterken waar kan en ruimte geven. Onderdeel daarvan is het onderzoeken van het toekomstperspectief en de levensvatbaarheid van recreatieterreinen. Waar perspectief ontbreekt kan een nieuwe functie overwogen worden, mits dit een kwaliteitsimpuls van de omgeving oplevert.
  10. Dalfsen ligt in de directe nabijheid van de stad Zwolle. Tussen Dalfsen en Zwolle komen verschillende opgaven samen. Wij zetten in op een groene overgang tussen stad en landelijk gebied, zoals verbeeld op de Ontwikkelkaart.


Visie

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

Gemeente brede ambities

De Omgevingsvisie bevat de gemeentelijke koers voor de fysieke leefomgeving. Uitgaande van de strategische keuzes uit de voorgaande paragraaf is de vraag, welke concrete ambities daarbij horen. Een aantal van die ambities is te koppelen aan een concreet gebied of plek. Zie daarvoor hoofdstuk 2. Er zijn daarnaast ook ambities die losstaan van gebieden en die gelden voor de hele gemeente en/of om een regionale aanpak vragen. Die ambities worden hierna beschreven en toegelicht.


Ambitie 1: Een toekomstbestendige, sociale en gezonde en veilige woon- en leefomgeving

  1. Gezondheid is een belangrijk punt bij het afwegen en beoordelen van initiatieven. Dit wegen we mee in de inrichting en het beheer van de fysieke leefomgeving, zoals bij de (her)inrichting van dorpen, pleinen, parken en buitengebied en de toegang tot voorzieningen. Wij werken aan een omgeving die stimuleert tot bewegen, ontmoeten, spelen en recreëren (groen, natuur en cultuur), die gezond, en sociaal en fysiek veilig.
  2. Lucht, bodem, geluid, geur en bestrijdingsmiddelen mogen geen schadelijke invloed hebben. Nieuwe initiatieven mogen geen onevenredige negatieve effecten hebben op onze milieukwaliteit.
  3. Klimaatadaptatie en biodiversiteit vragen bij elke ontwikkeling aandacht, specifiek bij de herinrichting van het openbaar gebied. Er wordt  ingezet op het aanleggen van zoveel mogelijk groen waar dat kan en er moet ruimte worden opgenomen voor waterberging, -infiltratie en –afvoer.
  4. We zien een tendens naar bewuster en duurzamer leven. Wij ondersteunen dergelijke duurzame initiatieven en creëren daarvoor beleidsmatig de ruimte.
  5. We ontwikkelen voor alle leeftijdsgroepen een plek om te recreëren, ontmoeten, bewegen en spelen in de openbare ruimte.
  6. We onderhouden de openbare ruimte op het afgesproken kwaliteitsniveau.


Ambitie 2: Aantrekkelijke, leefbare kernen voor iedereen

  1. Woningbouw wordt ingezet als middel om de opbouw, leefbaarheid en voorzieningen in stand te houden. In elke kern is om die reden woningbouw mogelijk.
  2. Behoud van basisvoorzieningen in de kernen is een streven. We gaan ons actief inzetten voor clustering van voorzieningen en, waar mogelijk, het toevoegen van commerciële activiteiten.
  3. We bieden ruimte voor versterking van de centra (horeca en detailhandel).
  4. We ondersteunen initiatieven vanuit de kernen gericht op het bevorderen van de leefbaarheid, gezondheid en sociale cohesie.
  5. We zijn zuinig op de cultuurhistorische waarden van onze kernen.


Ambitie 3: Een eigentijds, aantrekkelijk en onderscheidend platteland

  1. We volgen de ontwikkelingen op het gebied van de transitie naar een duurzame en toekomstbestendige agrarische sector. We ondersteunen die ontwikkeling en onderkennen het belang. Hoewel we als gemeente niet altijd invloed hebben op deze ontwikkeling, willen we de transitie in de landbouw waar mogelijk via onze regelgeving faciliteren en regie voeren over verander- en gebiedsprocessen.
  2. Vrijkomende (agrarische) erven in het buitengebied kunnen daarom een nieuwe invulling krijgen met alternatieve functies. We willen door experimenten/proeftuinen ervaring op doen met de diverse mogelijkheden. 
  3. De waarden en kwaliteiten van het landelijk gebied bepalen in grote mate onze aantrekkelijkheid voor inwoners en gasten. Bij alle ontwikkelingen die de komende jaren in het landelijk gebied zullen plaatsvinden, gaan wij bij de beoordeling van initiatieven op toe zien dat die bestaande waarden en kwaliteiten behouden blijven.
  4. Het gebied Dalfserveld-West, zoals aangeduid op de Ontwikkelkaart in deze Omgevingsvisie, zien wij als gebied met potentie voor de opwek van grootschalige duurzame energie. De invulling van dit gebied zien wij graag in samenwerking tot stand komen met de bewoners en ondernemers in het gebied en in samenspraak met onze mede overheden en ketenpartners.
  5. We stellen een programma platteland op waarin de samenhang tussen de bestaande waarden en functies en nieuwe ontwikkelingen naar voren komt. Thema’s die hierbij in ieder geval relevant zijn:

    a.    Balans tussen wonen, werken en recreatie;
    b.    Versterken van de natuur, landschap en cultuurhistorische waarden in het algemeen en de
            biodiversiteit in het bijzonder;
    c.    Positie en perspectief van nieuwe ontwikkelingen in het gebied.


Ambitie 4: Een lokaal geworteld, vitaal en innovatief ondernemerschap dat goed aangehaakt is op de regio

  1. De Dalfser economie is dynamisch en veelzijdig. De werkgelegenheid die dit oplevert is mede een basis voor de lokale welvaart. Wij gaan actief samenwerken, staan voor open communicatie met onze ondernemers, wij nemen deel aan netwerken en monitoren waar behoefte aan is.
  2. We faciliteren onze ondernemers in hun uitbreidingswensen. Tegelijk realiseren we ons dat niet alles altijd en overal kan. Met name op plekken waar bedrijvigheid, maatschappelijke functies en woonfuncties dicht bij elkaar komen, zal gezocht moeten worden naar maatwerkoplossingen.


Visie

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

Regionale opgaven

Onze strategische keuzes en onze ambities zijn nu bekend.  In deze paragraaf zetten we die om in opgaven. We kijken daarbij ook naar de voornemens en opgaven vanuit andere overheden. De gemeente kan daar namelijk van profiteren en samenwerking met andere overheden vorm gaan geven.


Opgaven vanuit andere overheden

Nederland staat de komende tijd voor een aantal grote opgaven. Voor een deel kwamen die ook al in de trends en veranderopgaven naar voren. Omdat die opgaven zich niet beperken tot de grenzen van een gemeente of regio, hebben het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen afgesproken om – middels het Interbestuurlijk Programma (IBP) – samen tien grote maatschappelijke opgaven aan te pakken. Van die tien maatschappelijke opgaven hebben zes een link met de fysieke leefomgeving:

  1. Samen aan de slag voor het klimaat
  2. Toekomstbestendig wonen
  3. Regionale economie als versneller
  4. Naar een vitaal platteland
  5. Merkbaar beter in het sociaal domein (o.a. aanpak eenzaamheid)
  6. Goed openbaar bestuur in een veranderende samenleving (o.a. aanpak ondermijningsgevoelige gebieden en het benutten van kansen door beter digitale bereikbaarheid)

In de tabel is een overzicht opgenomen van de zes maatschappelijke opgaven en de trajecten waarin die opgaven in onze gemeente worden opgepakt en uitgewerkt. Daarbij is ook een link gelegd met de vier integrale ambities.


In de tabel is een overzicht opgenomen van de zes maatschappelijke opgaven en de trajecten waarin die opgaven in onze gemeente worden opgepakt en uitgewerkt. Daarbij is ook een link gelegd met de vier integrale ambities.

Opgaven die in regioverband worden opgepakt

Tabel Opgaven die in regioverband worden opgepakt

Er is veel samenwerking in de regio. Hieronder is daarvan een overzicht opgenomen met een link naar de vier integrale ambities.


(Lopende) gemeentelijke beleidssporen

De Omgevingsvisie heeft een sterke relatie met de gemeentelijke beleidsdocumenten (bestaand of nog in ontwikkeling) die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Hieronder is daarvan een overzicht opgenomen, met een link naar de vier integrale ambities.

Tabel: De Omgevingsvisie heeft een sterke relatie met de gemeentelijke beleidsdocumenten (bestaand of nog in ontwikkeling) die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Hieronder is daarvan een overzicht opgenomen, met een link naar de vier integrale ambities.

De hoofdlijnen van deze sectorale beleidsdocumenten/sporen worden opgenomen in deze Omgevingsvisie 1.0. Hiermee wordt de Omgevingsvisie het integrale document waarin deze hoofdlijnen samen komen en de koers wordt uitgestippeld. Zo zorgen we dat er geen tegenstrijdigheden ontstaan tussen deze sectorale beleidsdocumenten. Het gedeelte van het beleidsdocument wat aangeeft hoe uitvoering wordt gegeven aan dat beleid, blijft wel bestaan en kan in de toekomst in programma’s worden gegoten. 

Sommige van deze sectorale beleidsdocumenten zijn nog in ontwikkeling. Het gaat op lokaal niveau concreet om:

  • De warmtetransitievisie;
  • het gezondheid- en preventiebeleid;
  • het biodiversiteitsbeleid;
  • en het integraal beleid openbare ruimte (IBOR).

Een ander (regionaal) voorbeeld van een sectoraal beleidsdocument, is de vastgestelde Regionale Energie Strategie (de RES 1.0). De locatie voor de opwek van grootschalige duurzame energie is vastgesteld, maar de uitwerking vindt via de lijnen van de Omgevingsvisie in een integraal gebiedsproces plaats. Daarnaast kan zich in de toekomst altijd een ontwikkeling voordoen die ook vraagt om het opstellen van een sectoraal beleidsdocument. Als dit zich voordoet en wanneer deze beleidsdocumenten gereed zijn, worden de hoofdlijnen ervan verwerkt in de eerste volgende versie van de Omgevingsvisie. We hanteren hiervoor een beleidscyclus, die in hoofdstuk 4 verder wordt toegelicht. Zo houden we de Omgevingsvisie up to date.

Integrale gebiedsvisies en opgaven

De komende jaren gaan we steeds vaker opgaven in een integraal gebiedsproces uitwerken. Het wordt een manier van (samen)werken. De ruimte is schaars en vraag naar ruimte groot. Marktpartijen, ontwikkelaars en ondernemers moeten samenwerken om meerdere functies en belangen te combineren en daarbij ook nog te zekeren dat gedeelde (landschappelijke) waarden behouden worden. De regierol van de gemeente kan daarin niet gemist worden. Wij zien onszelf als een schakel naar andere overheden en ketenpartners. Als het nodig is, bespreken we het plan met hen. Zij zijn naast onze eigen inwoners en ondernemers belangrijke stakeholders qua samenwerking en afstemming.

Concrete voorbeelden zijn de RES, waarbij de energieopgave integraal wordt ontwikkeld met andere doelen in vooral ook mét het gebied. Maar ook de netwerksamenwerking van Ruimte voor de Vecht; een langjarig gebiedsproces met een masterplan voor 2050; 10 jaar verder dan deze Omgevingsvisie. Maar ook integrale opgaven voor de leefbaarheid en vitaliteit van de kernen. Zo is het belangrijk dat er blijvend aandacht is voor de dynamiek en daarmee gepaard gaande opgaven in de ruimtelijke hoofdstructuur van de grotere kernen. Concreet gaat het in dit verband om de vastgestelde Centrumvisie Dorp aan de Vecht (Dalfsen) en de integrale ontwikkelingsvisie De blik op het kanaal van Lemelerveld (Kanaalvisie). Voor de kern Nieuwleusen wordt een integrale ontwikkelingsvisie opgesteld voor de burgemeester Backxlaan, waar verschillende opgaven om een visie vragen, zoals de ontwikkelingen in de winkelbranche en het grote aantal initiatieven voor inbreiding met verdichting van de kern. Dit ook in relatie tot de Verstedelijkingsstrategie Regio Zwolle, waar in Hoofdstuk 1 over is aangegeven dat we kansen zien in met name Nieuwleusen en Lemelerveld om een deel van de regionale woningbouwopgave op te vangen, naast de in deze Omgevingsvisie opgenomen woonuitbreidingsgebieden in de kern Dalfsen. Op de Ontwikkelkaart is in aanvulling op de vastgestelde structuurvisie Centrumvisie Dorp aan de Vecht (Dalfsen) het gebied van het huidige wooncomplex van Rosengaerde aan het Pleijendal in Dalfsen aangeduid. Dit is een gebied dat in beeld is voor transformatie.

Onderbouwing uitbreidingsrichtingen voor wonen

In deze Omgevingsvisie sluiten we aan bij de uitbreidingslocaties voor wonen uit de Structuurvisie 2010. Deze locaties zijn op de Ontwikkelkaart aangeduid bij de kortere termijn. Voor de kernen Nieuwleusen, Hoonhorst en Oudleusen wordt hiermee voorzien in de woonbehoefte. Dit in combinatie met (vooral in Nieuwleusen) relatief veel inbreidingsmogelijkheden. De in de Structuurvisie opgenomen relatief grote uitbreiding in de vorm van Oosterbouwlanden voorziet in de behoefte op de korte en langere termijn.

Wat betreft de kernen Dalfsen en Lemelerveld zijn voor de langere termijn een aantal locaties met een ster of een concrete begrenzing aangeduid. Dit zijn zoekrichtingen voor eventuele nieuwbouwlocaties. Hierbij benutten we inbreidingskansen maar breiden we de kernen ook uit. Conform de Woonvisie wordt in de kernen Dalfsen en Lemelerveld gezocht naar een nieuwe uitbreidingslocatie.

Lemelerveld is recent fors uitgebreid in zuidelijke richting met het bedrijventerrein. Voor de samenhang tussen de delen van de kern, ook qua wonen, zijn zoekgebieden ten zuiden van de huidige kern opgenomen voor eventuele uitbreiding. Hierbij moet wel zorg gedragen worden voor een goede groene scheiding tussen woonwijken en bedrijventerrein. Wat betreft de locatie van het Heidepark , die ook in de voorgaande Structuurvisie is aangeduid, geldt als aandachtspunt het groene karakter van dit gebied, in combinatie met de recreatie- en sportfuncties in de nabijheid. Hier liggen ook kansen voor verbinding tussen Heidepark en het Kroonplein. De locatie aan de zuidwestkant van het dorp heeft als aandachtspunten de infrastructuur, de bestaande (agrarische) bedrijven, landschappelijke waarden, de aanwezigheid van de ijsbaan en de  aansluiting bij de Kanaalvisie, die de ruimtelijke kwaliteit en de samenhang in het dorp versterkt. Gelet hierop beperkt deze locatie zich tot de noordelijke percelen direct aansluitend op de bestaande woningbouw. Aan de noordkant van het dorp is sprake van een aantal vitale agrarische bedrijven die ontwikkeling kunnen belemmeren en bij de Nieuwe Landen een recent aangelegde dorpsrandzone met Rood voor Rood doorkruisen.

Wat betreft de kern Dalfsen is sprake van een zoekrichting voor woningbouw zowel naar de noord, als naar de westzijde. Dit in aansluiting op de Koesteeg (Noord) en Leemculeweg (West). De uitbreiding West is overgenomen uit de Structuurvisie Dalfsen West; dit is staand beleid. De uitbreiding naar Noord is een gebied met 'nader in te vullen functies’. De woonbehoefte in de kern Dalfsen bedraagt op basis van behoefteonderzoek ca. 850 woningen in 10 jaar tijd. Over de planperiode van deze Omgevingsvisie (2040) bezien zijn naast inbreidingskansen in de kern (ca 150 woningen) en Oosterdalfsen Noord (ca 300 woningen) zowel Dalfsen West als Dalfsen Noord noodzakelijk om te voorzien in de autonome behoefte.

Visie

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

Toelichting op de Ontwikkelkaart

In dit hoofdstuk zijn diverse opgaven en keuzes de revue gepasseerd. Op onderstaande kaart zijn die keuzes, voor zover mogelijk, weergegeven. Deels worden keuzes in hoofdstuk 2 (Gebiedsagenda’s) nog nader toegelicht. De Ontwikkelkaart is opgebouwd uit 2 tijdlagen: kortere termijn en langere termijn. Gezien de scope van deze Omgevingsvisie, 2040, betreft de langere termijn dit jaartal. Maar is bewust niet op een jaartal gefixeerd. Dat geldt ook voor de kortere termijn. Die zou gemakshalve op 2030 als termijn bepaald kunnen worden, maar daar is niet voor gekozen. Het tempo waarin ontwikkelingen concreet worden is niet vooraf te bepalen en afhankelijk van vele factoren, zoals het bouwtempo afhankelijk van de concrete behoefte. Een nadere toelichting geven we aan de hand van de 2 gestelde termijnen.


Ontwikkelingen kortere termijn

In paragraaf 1.6.5 zijn de bestaande gebiedsvisies- en opgaven benoemd. In de Ontwikkelkaart zijn hiervan concreet opgenomen de Centrumvisie Dorp aan de Vecht (Dalfsen), De blik op het kanaal van Lemelerveld (Kanaalvisie) en een te ontwikkelen visie op de zone langs de Burgemeester Backxlaan in Nieuwleusen. Het in december 2021 vastgestelde zoekgebied voor grootschalige opwekking van duurzame energie Dalfserveld-West wordt hieraan toegevoegd.

De op de Ontwikkelkaart aangegeven Landgoederenzone betreft een gebied met de potentie om door te ontwikkelen als robuust groen blauw raamwerk ten zuiden en zuidwesten van de kern Dalfsen. De vele landgoederen, als zodanig herkenbaar en een aantal minder herkenbaar, vormen een zone die concreet vorm geeft aan de in hoofdstuk 1 benoemde groene overgang tussen het stedelijke gebied van Zwolle en landelijke gebied van Dalfsen. Binnen deze zone geldt dat met toepassing van de KGO benadering nieuwe (rode) functies eventueel bij kunnen dragen aan nieuwe groene functies. Meer concreet liggen in dit gebied, in de zone tussen de Vecht en de Nieuwe Hessenweg, kansen om de aanwezige landbouwfunctie te combineren met nieuwe recreatieve- en groene functies. De door de verlegging van de N340/ Hessenweg ontstane nieuwe situatie biedt hiervoor kansen.

Datzelfde geldt voor de groene verbindingszone ten zuidoosten van de kern Lemelerveld. Deze zone, met daarin onder andere gelegen het Luttenbergerven, vormt de schakel tussen het Lemelerberg gebied en het bossengebied ten zuidoosten van Heino. Hier liggen kansen voor ondernemen met natuur en water. Maar ook nieuwe rode functies bijdragend aan nieuwe groene functies. Ook liggen hier kansen voor versterking van de recreatieve structuur van dit gebied met onder andere Natuurlijk Heidepark. Uitgangspunt is wel dat bestaande agrarische bedrijven niet mogen worden belemmerd in hun bestaande ontwikkelingsmogelijkheden.

Op de Ontwikkelkaart zijn bestaande fietsroutes ingetekend en in de kolom ‘kortere termijn’ zijn een tweetal snelfietsroutes geprojecteerd. Dit zijn concreet de routes Zwolle-Dalfsen en het vervolg daarvan naar Ommen en Hardenberg. En de beoogde snelfietsroute Lemelerveld-Raalte (station). Op mobiliteitsgebied zijn verder ingetekend zogenaamde Hubs. Dit zijn plekken in alle kernen van de gemeente waar de keuze voor een duurzame mobiliteitsvorm wordt gestimuleerd. Hierbij is te denken aan een combinatie van voetgangers, fiets en openbaar (bus)vervoer en bijvoorbeeld deelautogebruik. De precieze locatie van de hubs is indicatief ingetekend op de Ontwikkelkaart en moet bij de uitwerking van deze hubs nog concreet bepaald worden. Dit gebeurt binnen het project van de uitwerking van deze multimodale overstappunten.

Op de Ontwikkelkaart zijn verder de bouwlocaties ingetekend zoals beschreven in paragraaf 1.6.6., overgenomen uit de eerdere Structuurvisie Kernen 2010. Dit geldt voor woningbouw en in het geval van Lemelerveld voor de uitbreiding van het bedrijventerrein (gedeeltelijk). Bij de kern Dalfsen zijn tot slot bij de ontwikkelingen op kortere termijn de locaties ingetekend voor Boerenerfwonen. Deze locaties komen ook uit de Structuurvisie Kernen 2010. Een aantal van deze locaties, aan de Leemculeweg, zijn al gerealiseerd. Maar een aantal locaties resteren en zijn opnieuw ingetekend op deze Ontwikkelkaart.


Ontwikkelingen langere termijn

Op de Ontwikkelkaart zijn in mindere mate dan de kortere termijn maatregelen, de beoogde ontwikkelingen op langere termijn beschreven. In mindere mate omdat op deze lange(re) termijn minder precies is aan te geven waar welke functies zijn gepland. Er zijn zoekrichtingen op de kaart aangegeven voor nieuwe woningbouwlocaties en de uitbreiding van bedrijventerrein. Deze zijn beschreven in paragraaf 1.6.6. wat betreft wonen. Wat betreft werklocaties is sprake van een afronding van bedrijventerrein ’t Febriek in Lemelerveld en zoekrichting voor bedrijventerrein in Nieuwleusen. Voor Nieuwleusen staat deze locatie niet vast en is onderdeel van een breder te maken afweging naar potentiële locaties voor de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein voor deze kern. Dat geldt ook voor de kern Dalfsen; een concrete locatie voor een bedrijventerrein is hier nog niet in beeld en moet nader onderzocht worden, zoals elders in deze Omgevingsvisie beschreven.

Tot slot is op de Ontwikkelkaart voor de langere termijn een blauwe ster ingetekend. Dit betreft een mogelijke nevengeul in de Vecht ter hoogte van de brug in Dalfsen. Deze nevengeul wordt onderzocht in het kader van het project Veilige Vecht. Specifiek deze maatregel is ingetekend omdat in de aangenomen motie Vecht en Brug door de raad van Dalfsen is uitgesproken om deze nevengeul in samenwerking met andere overheden te willen onderzoeken. Ten eerste om bij te dragen aan de waterveiligheid van de kern Dalfsen en het Vechtdal door het mogelijke waterknelpunt bij de brug als flessenhals in de Vecht te ontlasten en de waterstand te verlagen bij hoogwater. Neveneffect van deze ingreep zou wellicht kunnen zijn om in samenspraak van de grondeigenaren en pachters te komen tot nevengebruik voor natuur inclusieve landbouw en extensief recreatief medegebruik.


Open de pdf ontwikkelkaart

Visie 2040

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

Een Omgevingsvisie kijkt vooruit maar begint uiteraard niet met een leeg blad. Wat we willen en kunnen wordt voor een groot deel bepaald door wat er nu is. Daarom beschrijven we eerst onze positie in de regio, wat onze kwaliteiten zijn en wat ons toekomstbeeld is richting 2040.

Maar tussen nu en 2040 gaan zich ontwikkelingen voordoen die deels bekend en deels onbekend zijn. Het beschrijven van trends en ontwikkelingen die invloed hebben op die toekomst, is dus een belangrijke tussenstap. Mede door de input van ketenpartners en ondernemers, maar ook specifiek van de inwoners, hebben we een goed beeld gekregen van relevante trends en ontwikkelingen. Vanuit de trends en ontwikkelingen geven we aan welke gevolgen dit heeft voor het samenwonen, samenwerken en samenleven in Dalfsen.

Dit betekent dat we keuzes moeten maken voor de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving. Die keuzes zijn vastgelegd in tekst en een Ontwikkelkaart.

Deze keuzes zijn op hoofdlijnen en soms abstract. In dit hoofdstuk beschrijven we (aan de hand van vier ambities) de gemeentebrede keuzes. Er zijn echter ook keuzes die niet voor de hele gemeente gelden, maar uitsluitend in bepaalde gebieden. In hoofdstuk twee beschrijven we de keuzes die voor de deelgebieden gelden. Het hoofdstuk sluit af met een link naar lopende en nieuwe opgaven en beleid. Per ambitie is aangegeven hoe het (integrale) beleid is gelinkt aan de ambitie en uitvoering daaraan geeft. Onderstaande afbeelding vat de structuur van hoofdstuk één en de doorwerking naar hoofdstuk twee samen.

Stroomschema Basissituatie 2021

Visie

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

Basissituatie anno 2022

De gemeente Dalfsen ligt ruimtelijk gezien zeer strategisch en dat verklaart in veel gevallen ook de economische kracht en brede welvaart. Los van de eeuwenoude waardevolle landschappen en natuurgebieden, de karakteristieke kernen en de waarde die daaraan wordt gehecht, ligt de gemeente nabij de bruisende stad Zwolle, de A28, de spoorlijn en meerdere regionale N-wegen. Daarmee is de bereikbaarheid in veel gevallen goed op orde. Het landschap is authentiek en gaaf en kent een herkenbare samenhang. Het draagt bij aan de kwaliteit van wonen en leven. Dat betekent niet dat het automatisch goed gaat. Het zijn vooral de ondernemersmentaliteit, de werkcultuur en de open samenleving die Dalfsen tot een welvarende, bruisende gemeente maakt.

De gemeente is aangesloten bij diverse samenwerkingsverbanden in de regio. Zo maakt de gemeente, samen met 21 andere gemeenten, onderdeel uit van Regio Zwolle en is er veel samenwerking op verschillende vlakken met omliggende gemeenten. Voorbeelden hiervan zijn de samenwerking in het kader van de Regionale energiestrategie (RES) West-Overijssel en de netwerksamenwerking van Ruimte voor de Vecht en RIVUS (samenwerkingsverband Noordwest Overijssel in kader van klimaatadaptatie). In het kader van de Regiodeal Zwolle werkt de gemeente actief en gericht aan een ‘sociaal-sterke, circulaire, innovatieve en klimaatbestendige groeiregio’. Regio Zwolle is in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) van het Rijk aangewezen als NOVI-gebied, wat betekent dat er wordt samengewerkt aan de opgaven.


Visie

Trends, ontwikkelingen en de doorwerking daarvan

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

De gebeurtenissen van nu (anno 2021) rondom de Corona-crisis laten zien dat de voorspelbaarheid van ontwikkelingen klein is. In opdracht van de overheid houden tal van onderzoeksinstituten trends en ontwikkelingen bij en monitoren de voortgang en veranderingen. En dat doet de gemeente, andere (semi)overheden en ketenpartners ook. Immers, het beleid van de gemeente wordt daar weer op afgestemd. Hierna gaan we de voor Dalfsen belangrijkste trends en ontwikkelingen bij langs en vatten deze samen in de veranderopgaven. De lezer die meer achtergronden van de trends en ontwikkelingen wil, wordt verwezen naar de pagina Achtergrond.


De toekomst tot 2040

Relevante trends en ontwikkelingen

Er is druk op de woningvoorraad. De vraag naar woningen blijft urgent. Deels betekent dit een fysieke bouwopgave, deels een aanpassing van de bestaande woningvoorraad. Maar, de groei doet zich niet in alle gebieden voor. Delen van Nederland (grens- en buitengebieden) kennen juist een afname van de bevolkingsaantallen en van het aantal personen per huishouden.

Dit is ook het geval in Dalfsen. Doordat Dalfsen relatief dicht bij de stad Zwolle ligt en omdat Dalfsen een aantrekkelijke woongemeente is, is er een grote vraag naar woningen. De vraag op de woningmarkt is nauwelijks te reguleren. Met nieuwbouw is met type en plek enigszins te sturen op doelgroepen, maar bij verkoop is dat niet meer mogelijk. De woning gaat naar de hoogste bieder. Met name starters en ouderen vinden moeilijk een passende woning. Maar het woonvraagstuk gaat verder en wordt naast passende woonruimte ook bepaald door een goed voorzieningenniveau, een aantrekkelijke woonomgeving en weinig overlast of milieuhinder.

Al jaren is vergrijzing en ontgroening een actueel thema. De komende jaren zal de vergrijzing fors doorzetten en dat heeft (bekende en nog onbekende) gevolgen voor sociale en fysieke aspecten zoals wonen, zorg en de inrichting van de openbare ruimte. De arbeidsmarkt en het verdienmodel onder onze nationale economie staan onder druk en vragen om nieuwe oplossingen.

Voor Dalfsen is dat een kans en een bedreiging. De oudere leeftijdsgroep is nu nog goed vertegenwoordigd, zowel als inwoner als gast (toerist) en dat biedt kansen voor detailhandel, recreatie en toerisme. De aanwas van onderop stokt echter. Jonge mensen kunnen moeilijk woonruimte vinden en vertrekken. Vaak is dit ook een gevolg van studie en werk. Mede door de stijgende prijzen van woningen en het ontbreken van voorzieningen zoals toegang tot goed OV en middelbaar onderwijs, trekken jonge mensen en gezinnen weg. De bevolkingsopbouw wordt eenzijdiger, grijzer en dat heeft zowel economische als sociale gevolgen.

Het buitengebied bevindt zich in een grote transitie. De agrarische sector staat onder steeds grotere druk. Een voorbeeld hiervan is de stikstofproblematiek. De sector investeert waar mogelijk in nieuwe en aangepaste vormen van landbouw om een goed toekomstperspectief te behouden. Het buitengebied gaat ook een rol spelen in de energietransitie. Daarnaast spelen recreatie, reguliere economische bedrijvigheid, toerisme, natuur, landschap en wonen een rol in het buitengebied. En ook in het buitengebied doen zich ontwikkelingen en kansen voor (o.a. vrijkomende agrarische bebouwing en sloop voor kansen).

Voor Dalfsen is deze trend herkenbaar. Het vraagt goede afstemming met de sector en initiatiefnemers van (nieuwe) grote ruimtevragen om het landschap haar kwaliteiten te doen behouden en tegelijkertijd een duurzaam verdienmodel voor agrarische bedrijven te creëren.

Klimaatverandering vraagt in toenemende mate om maatregelen in de fysieke leefomgeving. Daarbij gaat het zowel om klimaatmitigatie (voorkomen en beperken van de klimaatverandering zoals de vermindering van broeikasgassen en verbranding van fossiele brandstoffen) als klimaatadaptatie (aanpassen aan veranderde omstandigheden als gevolg van hittestress, droogte, zware neerslag).

Klimaatmitigatie en –adaptie staan hoog op de agenda, niet alleen voor de gemeente, maar ook bij andere partners. Want dit doe je niet alleen. Met meerdere regionale partners wordt gekeken naar fysieke ingrepen die de omgeving robuust maken voor komende veranderingen, zoals op het gebied van waterveiligheid. Een ander voorbeeld hiervan is de netwerksamenwerking Ruimte voor de Vecht maar ook het regiodeal project Klimaatwinkelstraat Dalfsen. Twee voorbeelden die enerzijds in het landelijke en anderzijds in het bebouwde gebied plaatsvinden.

Dan zijn er de opgaven van de energietransitie. Met het klimaatakkoord is Nederland de verplichting aangegaan in 2050 nagenoeg CO2-vrij te zijn. Hoe gemeenten dat voor de gebouwde omgeving denken te doen, moeten zij aangeven in de Regionale Energie Strategie (RES). Voor de kortere termijn betekent dit besparen, zon op dak, (grootschalige) zonnevelden en windturbines. Maar ook nieuwe toepassingen dienen zich aan (buurtbatterijen en waterstof) en ook deze vragen om een goede ruimtelijke inpassing.

Trends onder het thema gezondheid winnen snel terrein in het fysieke domein. In de klassieke vorm ging het vooral om zorgbehoevenden en daarbij behorende voorzieningen. Daarin heeft een omslag plaats gevonden van “gelijke zorg voor iedereen” naar maatwerk waarbij de veerkracht en het zelf regie voeren over de eigen zorg, centraal staat. Zelfredzaamheid, activeren en meedoen is belangrijk. De vraag naar maatwerk in woonvormen groeit. Het steeds verder afstemmen van woonvormen op de wensen van bewoners heeft positieve effecten (meer welbevinden, beweegvriendelijke omgeving, zorgvoorzieningen op maat). Daarnaast biedt de inzet van nieuwe technologieën in de leefomgeving kansen voor de autonomie en zelfredzaamheid van burgers.

Maar er is meer. De inrichting van de fysieke leefomgeving heeft op veel manier invloed op de gezondheid van iedereen. Groen en water in de wijk en de omgeving nodigen bijvoorbeeld uit tot (langer) bewegen. Goede en veilige routes naar voorzieningen zijn belangrijk om jezelf te kunnen redden. Er is al langer aandacht voor schade aan gezondheid als gevolg van geluid, geur en fijnstof, maar ook meer indirecte schade (voeding, bewegen, binnenklimaat e.d.) krijgen we steeds beter in het vizier. Dat maakt ook duidelijk dat er veel en directe kansen in de fysieke leefomgeving zijn die gezondheid in positieve zin te beïnvloeden. Daarnaast de belangstelling voor gezondheid en de relatie met leefstijlfactoren als stress, voeding en beweging is de laatste jaren toegenomen. Steeds meer consumenten willen gezond eten, fit zijn, bewuster leven en meer stilstaan bij dagelijkse dingen.


Wat geven de inwoners aan?

Naast het beschouwen van trends en ontwikkelingen, zijn we met onze inwoners in gesprek gegaan en hebben hen gevraagd hoe zij naar de toekomst van de eigen gemeente kijken. In hoofdstuk twee en vijf gaan we daar gedetailleerder op in, hier beperken wij ons tot vijf hoofdpunten die we meenemen in de strategische keuzes die we in deze Omgevingsvisie hebben gemaakt.

Op orde: Onze inwoners geven aan dat de basissituatie op orde is. Door de bank genomen zijn er geen dringende sociale of ruimtelijke problemen die direct aandacht vragen. Over het algemeen is de gemeente welvarend en kunnen ondernemers een redelijk tot goed bestaan vinden. De waardevolle landschaps- en dorpsstructuren dragen bij aan een hoge waardering van en tevredenheid met het wonen en leven in Dalfsen.

Open naar de toekomst: Het kan voorkomen dat als een gemeente op orde is, inwoners deze situatie vooral voor zichzelf willen houden en moeite hebben dat te delen met anderen. Deze geluiden klinken over het algemeen niet in Dalfsen. Hoewel het er overwegend mooi en op orde is, hebben de inwoners een open houding naar de toekomst en naar anderen. Er zijn zeker vragen over grotere opgaven, maar de basishouding is gastvrij, nuchter en realistisch.

Zelfbewust: Er is veel informatie opgehaald (ook al in het kader van de Toekomstvisie) waaruit blijkt dat de inwoners weten wat van waarde is en waar ze trots op zijn. Soms gaat dat om historisch-ruimtelijke waarden en authentieke plekken, maar veel vaker over de waarde van een hechte gemeenschap. Er is sprake van een gezonde verhouding tot de overheid: wat je met elkaar regelen kunt, los je eerst samen op.

Zelfredzaam: het samen naar oplossingen zoeken komt ook terug in dit begrip. Vanuit de historie is het op veel plekken zo gegroeid dat de inwoners naar elkaar omzien en elkaar verder helpen. Dat zit diep in de cultuur verankerd. En die basiscultuur is tot op de dag van vandaag niet verwaterd en nog duidelijk herkenbaar. Maar op veel momenten is zorg geuit of dit zo blijft. Ontmoeten, behoud van de bevolkingsopbouw, generaties samen, jong en oud, goed huisvesten zijn daarom belangrijke punten die door de inwoners genoemd zijn en doorklinken in de opgaven voor de deelgebieden (hoofdstuk twee.

In balans: Uit de participatie volgen geen algemene uitspraken of keuzes. Het motto is samen optrekken en zoeken naar een evenwichtige balans waar iedereen een plek kan krijgen: ook wel een inclusieve samenleving genoemd. Wel vindt men dat groepen die nu moeilijk een (woon-)plek kunnen krijgen, meer kans op de woningmarkt moeten krijgen.


Doorwerking tot 2040

We hebben gekeken naar de belangrijkste trends en ontwikkelingen voor Dalfsen. We hebben vervolgens gekeken welke accenten onze inwoners hebben gelegd. Een volgende stap is dat we duiden wat dit betekent voor het wonen, werken en leven in Dalfsen:

Bereikbaarheid, digitaal en fysiek: Bereikbaarheid heeft twee gezichten. Het is aan de ene kant een randvoorwaarde voor een gezonde economie en welvaart. Dat vraagt een goed onderhoud of uitbreiding van fysieke verbindingen voor alle modaliteiten (auto, OV, fiets) maar ook van digitale infrastructuur in de hele gemeente. Aan de andere kant is het ook een randvoorwaarde voor een inclusieve samenleving. Zo moeten de openbare gebouwen en voorzieningen goed bereikbaar en toegankelijk zijn voor al onze inwoners.

Mede door de Corona-crisis zal een nieuwe balans ontstaan tussen werken op kantoor en thuis. In dat laatste geval dient de digitale infrastructuur ook op orde te zijn. De hoofdwegen langs of door de kernen zijn druk en zorgen gelijktijdig voor onveiligheid en overlast. Dat vraagt blijvend om passende oplossingen voor knelpunten in de huidige en toekomstige situatie.

Veranderende bevolkingsopbouw en druk op de woningmarkt: Nu is de kracht van Dalfsen dat in veel gevallen generaties nog samenwonen of in de directe omgeving van elkaar wonen. Dat staat onder druk, onder andere door woningzoekenden van binnen en buiten de regio. De keerzijde van het aantrekkelijke woon- en leefklimaat (in combinatie met de nabijheid van Zwolle), is dat huizenprijzen stijgen. Dit leidt tot verdrijvingseffecten: sommige groepen kunnen geen geschikte woning vinden en vertrekken uit Dalfsen. Hoe gaan we om met deze regionale druk?

Omgaan met schaarse ruimteDe druk op de ruimte neemt toe in Dalfsen. En de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zijn op veel plekken hoog. Functies kunnen gecombineerd worden maar niet alles kan zonder meer. Het vraagt keuzes.

Grootschalige transitie in het buitengebied: De grootste veranderingen zullen de komende jaren in het landelijk gebied zichtbaar zijn. De landbouw zit in een grote transitie naar meer duurzame vormen van landbouw. Dat vraagt om investeringen (en meer ruimte), die alleen maar kunnen worden gedaan als er lange termijn perspectief is en zicht op een goed en stabiel verdienmodel. Grote opgaven moeten daarnaast concreet gemaakt worden: verhoging van de biodiversiteit, ruimte voor de energietransitie, het robuust maken van het landschap tegen droogte en hitte. Niet overal komt het “vanzelf” goed. Er zijn veel ondernemers, beheerders en bewoners in het landelijk gebied met ieder hun eigen belangen. Het vraagt regie van de gemeente (in goede afstemming met provincie en rijk) om gebiedsprocessen goed te coördineren en het tijdig betrekken van grondeigenaren en andere direct belanghebbenden bij eventuele veranderingen. Dit kwam ook als wens naar voren tijdens de participatiefase van deze Omgevingsvisie.

Duurzaamheid en klimaat concreet uitvoerenDuurzaamheid omvat klimaat en energie, biodiversiteit en een circulaire samenleving en heeft tot doel zo zuinig mogelijk en doelmatig om te gaan met ruimte en grondstoffen. Door energie te besparen en onze energie zoveel mogelijk duurzaam op te wekken kunnen we de opwarming van de aarde beperken. Dit kan door een scala aan mogelijkheden die volop in ontwikkeling zijn. Tegelijkertijd nemen we maatregelen voor de veranderingen in het klimaat waarvan we weten dat deze op gaan treden. Dit doen we door ons te wapenen tegen zware regenval, overstroming, hitte en droogte. Door het realiseren van voldoende waterberging en door water zoveel mogelijk op de plek te laten infiltreren waar het valt. Door bomen te planten voor schaduw en door water te bergen als voorraad voor tijden van droogte. Uitvoering van maatregelen vraagt om samenwerking. Bijvoorbeeld tussen bedrijven die elkaars restproducten kunnen gebruiken. Deze samenwerking zoeken we zoveel mogelijk in de directe omgeving om onnodig transport te voorkomen. Veel van de hiervoor genoemde aspecten hangen met elkaar samen en juist in die samenhang liggen koppelkansen en efficiëntie. Wij zien voor de gemeente een nadrukkelijke rol om te sturen op die samenhang en verbindingen tussen partijen en opgaven te creëren. Circulariteit is een pijler in het gemeentelijke duurzaamheidsbeleid. Het biedt zowel kansen vanuit het oogpunt van duurzaamheid als economisch gezien. Hierbij stimuleren, faciliteren en geven het goede voorbeeld op het gebied van natuur inclusief en circulair bouwen en beheer openbare ruimte. Dit geldt zowel voor alle nieuwbouw in de gemeente, wonen werken en recreatie. Overkoepelend circulair beleid is in ontwikkeling waarbij wij samenwerken met omliggende gemeenten en onderwijsinstellingen.

Gezondheid en veiligheid op hoger plan: Zoals eerder aangegeven kan de fysieke leefomgeving zorgen voor een positieve invloed op een gezonde leefstijl. De omgeving moet daarom zo worden ingericht dat deze uitnodigend is om te verblijven, recreëren en te bewegen. Ook is in toenemende mate aandacht voor het klimaat en een gezonde leefomgeving. Een schone bodem, schoon water en goede luchtkwaliteit is hiervoor uitgangspunt. Samen met de GGD en organisaties wordt concreet gekeken hoe inwoners(-groepen) met beleid, voorlichting en advies gezond, actief en veerkrachtig blijven.

Dit heeft ook een relatie met het IBOR-beleidsplan. Dat gaat over integraal beheer van de openbare ruimte en raakt net als de Omgevingsvisie, wat vooral een kader is voor nieuwe ontwikkelingen. Een kwalitatief goede openbare ruimte draagt bij aan de welvaart en aan het welzijn van de bewoners en ondernemers. De gemeente blijft hier ook in investeren. Voorbeeld hiervan zijn het ontwikkelen van een visie op de Burg. Backxlaan in Nieuwleusen, de Kanaalvisie Lemelerveld en de Centrumvisie Dalfsen. Maar in de kleine kernen, zoals de openbare ruimte langs de N340 bij Oudleusen en het dorpsplein in Hoonhorst.

Kwaliteit van de openbare ruimteEen gemeente is eindverantwoordelijk voor de openbare ruimte. Een goed onderhouden openbare ruimte ondersteunt de leefbaarheid, de bereikbaarheid, de veiligheid, de economie en recreatie in onze gemeente.

We houden de openbare ruimte volgens afgesproken kwaliteitseisen in stand. De wegen, het groen, de speelplekken, de riolering, het water, de bruggen, de oeverconstructies en de verlichting vormen samen de kapitaalgoederen in de openbare ruimte van onze gemeente. Deze kapitaalgoederen maken het mogelijk dat mensen prettig kunnen samenwonen, samenleven en samenwerken. De gemeente voert regelmatig onderhoud uit om dit allemaal schoon, veilig en heel te houden. Naast het onderhoud voert de gemeente ook grootschalig onderhoud uit, zoals vervangen van bomenlanen, of wegen.

We zetten waar mogelijk in op ‘werk met werk maken’. Dat betekent dat we verschillende ingrepen in de openbare ruimte zoveel mogelijk combineren. Dit om hinder tot een minimum te beperken. Ook besparen we zo op kosten, energie en grondstoffen. Zo kunnen de vernieuwing van een wegdek en vervanging van kabels of leidingen op diezelfde plek goed worden gecombineerd.

De samenleving verandert. Er ontstaan steeds meer maatschappelijke initiatieven. Als gemeente geven we ruimte aan inwoners om zelf initiatief te nemen in de openbare ruimte. We zoeken in onze nieuwe rol naar een goede balans tussen loslaten, vertrouwen en samenwerken. We passen maatwerk toe per initiatief. We maken vooraf aan de samenwerking goede afspraken. Als gemeente bepalen we niet alles. Dit betekent dat we kaders stellen op het “wat” en meer vrijheid geven over het “hoe”. We houden de regie in de samenwerking met inwoners en organisaties. Zo bereiken we samenwerkend meer.


Visie

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

Strategische keuzes

Nu we hebben geduid welke gevolgen trends en ontwikkelingen hebben voor het samenwonen, samenwerken en samenleven in Dalfsen, is de volgende stap aan te geven waarvoor we gaan kiezen. Met de volgende keuzes geven wij aan waar onze prioriteiten liggen en hoe wij richting gaan geven aan vraagstukken en initiatieven in de fysieke leefomgeving.

  1. Onze ambitie is om onze inwoners positief gezond te houden of te krijgen door een leefomgeving die uitnodigt tot ontmoeten, meedoen, bewegen en sporten. We willen bereiken dat mensen het vermogen hebben om zich aan te passen en zelf de regie te voeren, kijkend naar de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. We streven hierbij naar een goede balans tussen welzijn (geluk en gezondheid) en welvaart (verdienmodellen).
  2. Regievoering door de gemeente is voor sommige opgaven noodzakelijk. We willen betrokken zijn en worden bij (grotere) initiatieven en erop toezien dat een project of plan goed wordt afgestemd met omwonenden, zorgvuldig wordt ingepast en zo mogelijk iets toevoegt aan de waarden en ruimtelijke kwaliteit van onze gemeente. Om dat te bereiken en om te weten wat er leeft, blijven we actief in gesprek met onze stakeholders en inwoners. We willen regie, zonder het initiatief over te nemen.
  3. Door meervoudig ruimtegebruik willen we integraal bijdragen aan de grote opgaven (klimaat, energie, wonen, leefbaarheid, bereikbaarheid, economie, landbouw, wateropgaven, gezondheid). Dat vragen wij ook van onze inwoners, maar wij geven zelf het goede voorbeeld bij eigen projecten (woningbouw, sportvelden en maatschappelijke eigendommen).
  4. Onze landschappen en ruimte dragen bij aan ons welzijn en onze welvaart. We koesteren het landelijk karakter, we geven perspectief voor leefbaarheid en voorzieningen door slimme koppeling van autonome groei met een plusje voor alle kernen (op logische plekken) en bereikbaarheid. Dat betekent dat we, naast uitbreiding, ook actief op zoek gaan naar kansen voor inbreiding/verdichting. Zowel vanwege de grote woonbehoefte als voor de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
  5. In de Omgevingsvisie spreken we daarom de ambitie uit dat we kansen willen creëren en benutten rond transformatie-opgaven in onze kernen. Denk bijvoorbeeld aan een nieuwe invulling van bedrijventerreinen die verouderd zijn of dreigen te verouderen. Of aan woon- of bedrijfsgebieden nabij de centra, waar kansen liggen voor verdichting. Dit geldt zowel voor de grotere als voor de kleine kernen in onze gemeente. Wat betreft uitbreidingslocaties zetten we de huidige beleidslijn uit de structuurvisies voort, aangevuld met een aan te duiden ‘ontwikkelingsgebied Dalfsen Noord’ met een nader te bepaleninvulling. In paragraaf 1.6.5 wordt de onderbouwing bij de keuze voor de uitbreidingslocaties verder toegelicht.
  6. Qua bouwtempo zetten we de lijn voort van bouwen voor eigen behoefte, waarbij we extra bouwen in kernen die dit nodig hebben voor instandhouding van het huidige voorzieningenniveau. We zien kansen voor de kernen Lemelerveld en Nieuwleusen om een rol te spelen in de opvang van een deel van de regionale woonbehoefte, zonder de waarden, de maat en de schaal van die kernen aan te tasten.
  7. We gaan waar mogelijk sturen op het type woning, inrichting van de openbare ruimte en locaties om de gewenste evenwichtige mix van inwoners te behouden dan wel te realiseren en groepen (starters en ouderen) die moeite hebben een woning te bemachtigen, specifiek te bedienen. Hierbij houden we ook rekening met onze opgave in het kader van de decentralisatie van beschermd wonen.
  8. We werken vanuit de waarden van de gebieden. Het ligt bijvoorbeeld niet voor de hand om een gebied waar de natuurwaarden groot zijn, in te vullen met een woningbouwprogramma. Daarbij nemen we de uitgevoerde stresstesten rond droogte en overstroming ter harte voor de locaties waar wel of niet woningbouw gerealiseerd kan worden. We willen geen nieuwe kernen creëren of buurtschappen grootschalig uitbreiden. Wel kan woningbouw op kleine schaal bijdragen aan versterking van de gebiedswaarden en het tegengaan van de verstedelijkingsdruk.
  9. Specifieke aandacht zal er zijn voor de ontwikkeling van recreatie en toerisme. Versterken waar kan en ruimte geven. Onderdeel daarvan is het onderzoeken van het toekomstperspectief en de levensvatbaarheid van recreatieterreinen. Waar perspectief ontbreekt kan een nieuwe functie overwogen worden, mits dit een kwaliteitsimpuls van de omgeving oplevert.
  10. Dalfsen ligt in de directe nabijheid van de stad Zwolle. Tussen Dalfsen en Zwolle komen verschillende opgaven samen. Wij zetten in op een groene overgang tussen stad en landelijk gebied, zoals verbeeld op de Ontwikkelkaart.


Visie

Gemeente brede ambities

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

De Omgevingsvisie bevat de gemeentelijke koers voor de fysieke leefomgeving. Uitgaande van de strategische keuzes uit de voorgaande paragraaf is de vraag, welke concrete ambities daarbij horen. Een aantal van die ambities is te koppelen aan een concreet gebied of plek. Zie daarvoor hoofdstuk 2. Er zijn daarnaast ook ambities die losstaan van gebieden en die gelden voor de hele gemeente en/of om een regionale aanpak vragen. Die ambities worden hierna beschreven en toegelicht.


Ambitie 1: Een toekomstbestendige, sociale en gezonde en veilige woon- en leefomgeving

  1. Gezondheid is een belangrijk punt bij het afwegen en beoordelen van initiatieven. Dit wegen we mee in de inrichting en het beheer van de fysieke leefomgeving, zoals bij de (her)inrichting van dorpen, pleinen, parken en buitengebied en de toegang tot voorzieningen. Wij werken aan een omgeving die stimuleert tot bewegen, ontmoeten, spelen en recreëren (groen, natuur en cultuur), die gezond, en sociaal en fysiek veilig.
  2. Lucht, bodem, geluid, geur en bestrijdingsmiddelen mogen geen schadelijke invloed hebben. Nieuwe initiatieven mogen geen onevenredige negatieve effecten hebben op onze milieukwaliteit.
  3. Klimaatadaptatie en biodiversiteit vragen bij elke ontwikkeling aandacht, specifiek bij de herinrichting van het openbaar gebied. Er wordt  ingezet op het aanleggen van zoveel mogelijk groen waar dat kan en er moet ruimte worden opgenomen voor waterberging, -infiltratie en –afvoer.
  4. We zien een tendens naar bewuster en duurzamer leven. Wij ondersteunen dergelijke duurzame initiatieven en creëren daarvoor beleidsmatig de ruimte.
  5. We ontwikkelen voor alle leeftijdsgroepen een plek om te recreëren, ontmoeten, bewegen en spelen in de openbare ruimte.
  6. We onderhouden de openbare ruimte op het afgesproken kwaliteitsniveau.


Ambitie 2: Aantrekkelijke, leefbare kernen voor iedereen

  1. Woningbouw wordt ingezet als middel om de opbouw, leefbaarheid en voorzieningen in stand te houden. In elke kern is om die reden woningbouw mogelijk.
  2. Behoud van basisvoorzieningen in de kernen is een streven. We gaan ons actief inzetten voor clustering van voorzieningen en, waar mogelijk, het toevoegen van commerciële activiteiten.
  3. We bieden ruimte voor versterking van de centra (horeca en detailhandel).
  4. We ondersteunen initiatieven vanuit de kernen gericht op het bevorderen van de leefbaarheid, gezondheid en sociale cohesie.
  5. We zijn zuinig op de cultuurhistorische waarden van onze kernen.


Ambitie 3: Een eigentijds, aantrekkelijk en onderscheidend platteland

  1. We volgen de ontwikkelingen op het gebied van de transitie naar een duurzame en toekomstbestendige agrarische sector. We ondersteunen die ontwikkeling en onderkennen het belang. Hoewel we als gemeente niet altijd invloed hebben op deze ontwikkeling, willen we de transitie in de landbouw waar mogelijk via onze regelgeving faciliteren en regie voeren over verander- en gebiedsprocessen.
  2. Vrijkomende (agrarische) erven in het buitengebied kunnen daarom een nieuwe invulling krijgen met alternatieve functies. We willen door experimenten/proeftuinen ervaring op doen met de diverse mogelijkheden. 
  3. De waarden en kwaliteiten van het landelijk gebied bepalen in grote mate onze aantrekkelijkheid voor inwoners en gasten. Bij alle ontwikkelingen die de komende jaren in het landelijk gebied zullen plaatsvinden, gaan wij bij de beoordeling van initiatieven op toe zien dat die bestaande waarden en kwaliteiten behouden blijven.
  4. Het gebied Dalfserveld-West, zoals aangeduid op de Ontwikkelkaart in deze Omgevingsvisie, zien wij als gebied met potentie voor de opwek van grootschalige duurzame energie. De invulling van dit gebied zien wij graag in samenwerking tot stand komen met de bewoners en ondernemers in het gebied en in samenspraak met onze mede overheden en ketenpartners.
  5. We stellen een programma platteland op waarin de samenhang tussen de bestaande waarden en functies en nieuwe ontwikkelingen naar voren komt. Thema’s die hierbij in ieder geval relevant zijn:

    a.    Balans tussen wonen, werken en recreatie;
    b.    Versterken van de natuur, landschap en cultuurhistorische waarden in het algemeen en de
            biodiversiteit in het bijzonder;
    c.    Positie en perspectief van nieuwe ontwikkelingen in het gebied.


Ambitie 4: Een lokaal geworteld, vitaal en innovatief ondernemerschap dat goed aangehaakt is op de regio

  1. De Dalfser economie is dynamisch en veelzijdig. De werkgelegenheid die dit oplevert is mede een basis voor de lokale welvaart. Wij gaan actief samenwerken, staan voor open communicatie met onze ondernemers, wij nemen deel aan netwerken en monitoren waar behoefte aan is.
  2. We faciliteren onze ondernemers in hun uitbreidingswensen. Tegelijk realiseren we ons dat niet alles altijd en overal kan. Met name op plekken waar bedrijvigheid, maatschappelijke functies en woonfuncties dicht bij elkaar komen, zal gezocht moeten worden naar maatwerkoplossingen.


Visie

Regionale opgaven

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

Onze strategische keuzes en onze ambities zijn nu bekend.  In deze paragraaf zetten we die om in opgaven. We kijken daarbij ook naar de voornemens en opgaven vanuit andere overheden. De gemeente kan daar namelijk van profiteren en samenwerking met andere overheden vorm gaan geven.


Opgaven vanuit andere overheden

Nederland staat de komende tijd voor een aantal grote opgaven. Voor een deel kwamen die ook al in de trends en veranderopgaven naar voren. Omdat die opgaven zich niet beperken tot de grenzen van een gemeente of regio, hebben het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen afgesproken om – middels het Interbestuurlijk Programma (IBP) – samen tien grote maatschappelijke opgaven aan te pakken. Van die tien maatschappelijke opgaven hebben zes een link met de fysieke leefomgeving:

  1. Samen aan de slag voor het klimaat
  2. Toekomstbestendig wonen
  3. Regionale economie als versneller
  4. Naar een vitaal platteland
  5. Merkbaar beter in het sociaal domein (o.a. aanpak eenzaamheid)
  6. Goed openbaar bestuur in een veranderende samenleving (o.a. aanpak ondermijningsgevoelige gebieden en het benutten van kansen door beter digitale bereikbaarheid)

In de tabel is een overzicht opgenomen van de zes maatschappelijke opgaven en de trajecten waarin die opgaven in onze gemeente worden opgepakt en uitgewerkt. Daarbij is ook een link gelegd met de vier integrale ambities.


In de tabel is een overzicht opgenomen van de zes maatschappelijke opgaven en de trajecten waarin die opgaven in onze gemeente worden opgepakt en uitgewerkt. Daarbij is ook een link gelegd met de vier integrale ambities.

Opgaven die in regioverband worden opgepakt

Tabel Opgaven die in regioverband worden opgepakt

Er is veel samenwerking in de regio. Hieronder is daarvan een overzicht opgenomen met een link naar de vier integrale ambities.


(Lopende) gemeentelijke beleidssporen

De Omgevingsvisie heeft een sterke relatie met de gemeentelijke beleidsdocumenten (bestaand of nog in ontwikkeling) die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Hieronder is daarvan een overzicht opgenomen, met een link naar de vier integrale ambities.

Tabel: De Omgevingsvisie heeft een sterke relatie met de gemeentelijke beleidsdocumenten (bestaand of nog in ontwikkeling) die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Hieronder is daarvan een overzicht opgenomen, met een link naar de vier integrale ambities.

De hoofdlijnen van deze sectorale beleidsdocumenten/sporen worden opgenomen in deze Omgevingsvisie 1.0. Hiermee wordt de Omgevingsvisie het integrale document waarin deze hoofdlijnen samen komen en de koers wordt uitgestippeld. Zo zorgen we dat er geen tegenstrijdigheden ontstaan tussen deze sectorale beleidsdocumenten. Het gedeelte van het beleidsdocument wat aangeeft hoe uitvoering wordt gegeven aan dat beleid, blijft wel bestaan en kan in de toekomst in programma’s worden gegoten. 

Sommige van deze sectorale beleidsdocumenten zijn nog in ontwikkeling. Het gaat op lokaal niveau concreet om:

  • De warmtetransitievisie;
  • het gezondheid- en preventiebeleid;
  • het biodiversiteitsbeleid;
  • en het integraal beleid openbare ruimte (IBOR).

Een ander (regionaal) voorbeeld van een sectoraal beleidsdocument, is de vastgestelde Regionale Energie Strategie (de RES 1.0). De locatie voor de opwek van grootschalige duurzame energie is vastgesteld, maar de uitwerking vindt via de lijnen van de Omgevingsvisie in een integraal gebiedsproces plaats. Daarnaast kan zich in de toekomst altijd een ontwikkeling voordoen die ook vraagt om het opstellen van een sectoraal beleidsdocument. Als dit zich voordoet en wanneer deze beleidsdocumenten gereed zijn, worden de hoofdlijnen ervan verwerkt in de eerste volgende versie van de Omgevingsvisie. We hanteren hiervoor een beleidscyclus, die in hoofdstuk 4 verder wordt toegelicht. Zo houden we de Omgevingsvisie up to date.

Integrale gebiedsvisies en opgaven

De komende jaren gaan we steeds vaker opgaven in een integraal gebiedsproces uitwerken. Het wordt een manier van (samen)werken. De ruimte is schaars en vraag naar ruimte groot. Marktpartijen, ontwikkelaars en ondernemers moeten samenwerken om meerdere functies en belangen te combineren en daarbij ook nog te zekeren dat gedeelde (landschappelijke) waarden behouden worden. De regierol van de gemeente kan daarin niet gemist worden. Wij zien onszelf als een schakel naar andere overheden en ketenpartners. Als het nodig is, bespreken we het plan met hen. Zij zijn naast onze eigen inwoners en ondernemers belangrijke stakeholders qua samenwerking en afstemming.

Concrete voorbeelden zijn de RES, waarbij de energieopgave integraal wordt ontwikkeld met andere doelen in vooral ook mét het gebied. Maar ook de netwerksamenwerking van Ruimte voor de Vecht; een langjarig gebiedsproces met een masterplan voor 2050; 10 jaar verder dan deze Omgevingsvisie. Maar ook integrale opgaven voor de leefbaarheid en vitaliteit van de kernen. Zo is het belangrijk dat er blijvend aandacht is voor de dynamiek en daarmee gepaard gaande opgaven in de ruimtelijke hoofdstructuur van de grotere kernen. Concreet gaat het in dit verband om de vastgestelde Centrumvisie Dorp aan de Vecht (Dalfsen) en de integrale ontwikkelingsvisie De blik op het kanaal van Lemelerveld (Kanaalvisie). Voor de kern Nieuwleusen wordt een integrale ontwikkelingsvisie opgesteld voor de burgemeester Backxlaan, waar verschillende opgaven om een visie vragen, zoals de ontwikkelingen in de winkelbranche en het grote aantal initiatieven voor inbreiding met verdichting van de kern. Dit ook in relatie tot de Verstedelijkingsstrategie Regio Zwolle, waar in Hoofdstuk 1 over is aangegeven dat we kansen zien in met name Nieuwleusen en Lemelerveld om een deel van de regionale woningbouwopgave op te vangen, naast de in deze Omgevingsvisie opgenomen woonuitbreidingsgebieden in de kern Dalfsen. Op de Ontwikkelkaart is in aanvulling op de vastgestelde structuurvisie Centrumvisie Dorp aan de Vecht (Dalfsen) het gebied van het huidige wooncomplex van Rosengaerde aan het Pleijendal in Dalfsen aangeduid. Dit is een gebied dat in beeld is voor transformatie.

Onderbouwing uitbreidingsrichtingen voor wonen

In deze Omgevingsvisie sluiten we aan bij de uitbreidingslocaties voor wonen uit de Structuurvisie 2010. Deze locaties zijn op de Ontwikkelkaart aangeduid bij de kortere termijn. Voor de kernen Nieuwleusen, Hoonhorst en Oudleusen wordt hiermee voorzien in de woonbehoefte. Dit in combinatie met (vooral in Nieuwleusen) relatief veel inbreidingsmogelijkheden. De in de Structuurvisie opgenomen relatief grote uitbreiding in de vorm van Oosterbouwlanden voorziet in de behoefte op de korte en langere termijn.

Wat betreft de kernen Dalfsen en Lemelerveld zijn voor de langere termijn een aantal locaties met een ster of een concrete begrenzing aangeduid. Dit zijn zoekrichtingen voor eventuele nieuwbouwlocaties. Hierbij benutten we inbreidingskansen maar breiden we de kernen ook uit. Conform de Woonvisie wordt in de kernen Dalfsen en Lemelerveld gezocht naar een nieuwe uitbreidingslocatie.

Lemelerveld is recent fors uitgebreid in zuidelijke richting met het bedrijventerrein. Voor de samenhang tussen de delen van de kern, ook qua wonen, zijn zoekgebieden ten zuiden van de huidige kern opgenomen voor eventuele uitbreiding. Hierbij moet wel zorg gedragen worden voor een goede groene scheiding tussen woonwijken en bedrijventerrein. Wat betreft de locatie van het Heidepark , die ook in de voorgaande Structuurvisie is aangeduid, geldt als aandachtspunt het groene karakter van dit gebied, in combinatie met de recreatie- en sportfuncties in de nabijheid. Hier liggen ook kansen voor verbinding tussen Heidepark en het Kroonplein. De locatie aan de zuidwestkant van het dorp heeft als aandachtspunten de infrastructuur, de bestaande (agrarische) bedrijven, landschappelijke waarden, de aanwezigheid van de ijsbaan en de  aansluiting bij de Kanaalvisie, die de ruimtelijke kwaliteit en de samenhang in het dorp versterkt. Gelet hierop beperkt deze locatie zich tot de noordelijke percelen direct aansluitend op de bestaande woningbouw. Aan de noordkant van het dorp is sprake van een aantal vitale agrarische bedrijven die ontwikkeling kunnen belemmeren en bij de Nieuwe Landen een recent aangelegde dorpsrandzone met Rood voor Rood doorkruisen.

Wat betreft de kern Dalfsen is sprake van een zoekrichting voor woningbouw zowel naar de noord, als naar de westzijde. Dit in aansluiting op de Koesteeg (Noord) en Leemculeweg (West). De uitbreiding West is overgenomen uit de Structuurvisie Dalfsen West; dit is staand beleid. De uitbreiding naar Noord is een gebied met 'nader in te vullen functies’. De woonbehoefte in de kern Dalfsen bedraagt op basis van behoefteonderzoek ca. 850 woningen in 10 jaar tijd. Over de planperiode van deze Omgevingsvisie (2040) bezien zijn naast inbreidingskansen in de kern (ca 150 woningen) en Oosterdalfsen Noord (ca 300 woningen) zowel Dalfsen West als Dalfsen Noord noodzakelijk om te voorzien in de autonome behoefte.

Visie

Toelichting op de Ontwikkelkaart

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

In dit hoofdstuk zijn diverse opgaven en keuzes de revue gepasseerd. Op onderstaande kaart zijn die keuzes, voor zover mogelijk, weergegeven. Deels worden keuzes in hoofdstuk 2 (Gebiedsagenda’s) nog nader toegelicht. De Ontwikkelkaart is opgebouwd uit 2 tijdlagen: kortere termijn en langere termijn. Gezien de scope van deze Omgevingsvisie, 2040, betreft de langere termijn dit jaartal. Maar is bewust niet op een jaartal gefixeerd. Dat geldt ook voor de kortere termijn. Die zou gemakshalve op 2030 als termijn bepaald kunnen worden, maar daar is niet voor gekozen. Het tempo waarin ontwikkelingen concreet worden is niet vooraf te bepalen en afhankelijk van vele factoren, zoals het bouwtempo afhankelijk van de concrete behoefte. Een nadere toelichting geven we aan de hand van de 2 gestelde termijnen.


Ontwikkelingen kortere termijn

In paragraaf 1.6.5 zijn de bestaande gebiedsvisies- en opgaven benoemd. In de Ontwikkelkaart zijn hiervan concreet opgenomen de Centrumvisie Dorp aan de Vecht (Dalfsen), De blik op het kanaal van Lemelerveld (Kanaalvisie) en een te ontwikkelen visie op de zone langs de Burgemeester Backxlaan in Nieuwleusen. Het in december 2021 vastgestelde zoekgebied voor grootschalige opwekking van duurzame energie Dalfserveld-West wordt hieraan toegevoegd.

De op de Ontwikkelkaart aangegeven Landgoederenzone betreft een gebied met de potentie om door te ontwikkelen als robuust groen blauw raamwerk ten zuiden en zuidwesten van de kern Dalfsen. De vele landgoederen, als zodanig herkenbaar en een aantal minder herkenbaar, vormen een zone die concreet vorm geeft aan de in hoofdstuk 1 benoemde groene overgang tussen het stedelijke gebied van Zwolle en landelijke gebied van Dalfsen. Binnen deze zone geldt dat met toepassing van de KGO benadering nieuwe (rode) functies eventueel bij kunnen dragen aan nieuwe groene functies. Meer concreet liggen in dit gebied, in de zone tussen de Vecht en de Nieuwe Hessenweg, kansen om de aanwezige landbouwfunctie te combineren met nieuwe recreatieve- en groene functies. De door de verlegging van de N340/ Hessenweg ontstane nieuwe situatie biedt hiervoor kansen.

Datzelfde geldt voor de groene verbindingszone ten zuidoosten van de kern Lemelerveld. Deze zone, met daarin onder andere gelegen het Luttenbergerven, vormt de schakel tussen het Lemelerberg gebied en het bossengebied ten zuidoosten van Heino. Hier liggen kansen voor ondernemen met natuur en water. Maar ook nieuwe rode functies bijdragend aan nieuwe groene functies. Ook liggen hier kansen voor versterking van de recreatieve structuur van dit gebied met onder andere Natuurlijk Heidepark. Uitgangspunt is wel dat bestaande agrarische bedrijven niet mogen worden belemmerd in hun bestaande ontwikkelingsmogelijkheden.

Op de Ontwikkelkaart zijn bestaande fietsroutes ingetekend en in de kolom ‘kortere termijn’ zijn een tweetal snelfietsroutes geprojecteerd. Dit zijn concreet de routes Zwolle-Dalfsen en het vervolg daarvan naar Ommen en Hardenberg. En de beoogde snelfietsroute Lemelerveld-Raalte (station). Op mobiliteitsgebied zijn verder ingetekend zogenaamde Hubs. Dit zijn plekken in alle kernen van de gemeente waar de keuze voor een duurzame mobiliteitsvorm wordt gestimuleerd. Hierbij is te denken aan een combinatie van voetgangers, fiets en openbaar (bus)vervoer en bijvoorbeeld deelautogebruik. De precieze locatie van de hubs is indicatief ingetekend op de Ontwikkelkaart en moet bij de uitwerking van deze hubs nog concreet bepaald worden. Dit gebeurt binnen het project van de uitwerking van deze multimodale overstappunten.

Op de Ontwikkelkaart zijn verder de bouwlocaties ingetekend zoals beschreven in paragraaf 1.6.6., overgenomen uit de eerdere Structuurvisie Kernen 2010. Dit geldt voor woningbouw en in het geval van Lemelerveld voor de uitbreiding van het bedrijventerrein (gedeeltelijk). Bij de kern Dalfsen zijn tot slot bij de ontwikkelingen op kortere termijn de locaties ingetekend voor Boerenerfwonen. Deze locaties komen ook uit de Structuurvisie Kernen 2010. Een aantal van deze locaties, aan de Leemculeweg, zijn al gerealiseerd. Maar een aantal locaties resteren en zijn opnieuw ingetekend op deze Ontwikkelkaart.


Ontwikkelingen langere termijn

Op de Ontwikkelkaart zijn in mindere mate dan de kortere termijn maatregelen, de beoogde ontwikkelingen op langere termijn beschreven. In mindere mate omdat op deze lange(re) termijn minder precies is aan te geven waar welke functies zijn gepland. Er zijn zoekrichtingen op de kaart aangegeven voor nieuwe woningbouwlocaties en de uitbreiding van bedrijventerrein. Deze zijn beschreven in paragraaf 1.6.6. wat betreft wonen. Wat betreft werklocaties is sprake van een afronding van bedrijventerrein ’t Febriek in Lemelerveld en zoekrichting voor bedrijventerrein in Nieuwleusen. Voor Nieuwleusen staat deze locatie niet vast en is onderdeel van een breder te maken afweging naar potentiële locaties voor de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein voor deze kern. Dat geldt ook voor de kern Dalfsen; een concrete locatie voor een bedrijventerrein is hier nog niet in beeld en moet nader onderzocht worden, zoals elders in deze Omgevingsvisie beschreven.

Tot slot is op de Ontwikkelkaart voor de langere termijn een blauwe ster ingetekend. Dit betreft een mogelijke nevengeul in de Vecht ter hoogte van de brug in Dalfsen. Deze nevengeul wordt onderzocht in het kader van het project Veilige Vecht. Specifiek deze maatregel is ingetekend omdat in de aangenomen motie Vecht en Brug door de raad van Dalfsen is uitgesproken om deze nevengeul in samenwerking met andere overheden te willen onderzoeken. Ten eerste om bij te dragen aan de waterveiligheid van de kern Dalfsen en het Vechtdal door het mogelijke waterknelpunt bij de brug als flessenhals in de Vecht te ontlasten en de waterstand te verlagen bij hoogwater. Neveneffect van deze ingreep zou wellicht kunnen zijn om in samenspraak van de grondeigenaren en pachters te komen tot nevengebruik voor natuur inclusieve landbouw en extensief recreatief medegebruik.


Open de pdf ontwikkelkaart